90 27 Maart 1952. het aanvullingsfonds zullen aansluiten. TJit het bestaande aanvullingsfonds, dat nu een jaar heeft gewerkt, kunnen uit de premie meer verstrekkingen worden gedaan. Met een uit- breiding van het aantal verpleegdagen tot 300 per ziektegeval, benevens verstrekking van penicilline- en streptomycine vaccines tijdens de ver- pleging en een volledige sanatoriumverpleging, zal het aanvullings- fonds nog meer aan zijn doel beantwoorden. Deze verstrekkingen werden na overleg tussen de ziekenfondsen en de gemeente Haarlem, het meest noodzakelijk geacht. Men weet echter niet wat dit kost, terwijl men de premie niet omhoog wil brengen. Wel denkt men met de bestaande premie uit te komen. Omdat dit echter kan mee- en tegenvallen, verzoeken de ziekenfondsen om een garanti® van de gemeenten. Zou de gemeente deze garantie niet verlenen, dan loopt men grote kans, dat de uitgetrokken gevallen bij sociale zaken aankloppen. Het is dus beter de garantie te ver- lenen. Deze aanvullende verzekering zal door de ziekenfondsen nu met nog meer recht gepropagesrd kunnen worden, waardoor, indien men zich aan- sluit, velen een gang naar sociale zaken bespaard zal worden. Spreker zal, zoals gezegd, de bezwaren van de heer Mr Dr van Bruggen niet verder bestrijden. Door de garantie wordt de ongelijkheid tussen de verzekerden van Haarlem en Heemstede weggenomen, waarom spreker het voorstel bij de raad warm aanbeveelt De heer Mr Dr Van Bruggen wijst de heer Reijnders op een artikel in „De Maasbode" van 25 Maart 1952, getiteld „Ziekenfondsrecht" van de hand van de heer J. J. M. Veraart, die ook in de Stichting van de arbeid zitting heeft, in welk artikel hij als slot zegt: ,,De functie van het fonds wordt dan ook veel juister gekenschetst als een sociaal-verzekerings- technisch intermediair". Dan is dus de verzekeringskwestie wei aan de orde! Het spijt spreker, dat de heer Reijnders hem niet begrijpt. In beginsel moet een verzekering self-supporting zijn. Bij de opzet daarvan dient men te beoordelen hoe hoog de premie moet zijn om dit te bereiken. Mogelijk zal de premie in dit geval op 10 cent kunnen worden gesteld, maar niemand weet dit. Het komt nu echter hierop neer, dat wij een foute premie zonder meer gaan garanderen. De gemeente treedt hier dus op als herverzekeraar! Dat kan veel of niets kosten. Hoewel spreker met genoegen naar de weerlegging van zijn argu- menten door de wethouder heeft geluisterd, waarbij de wethouder er slag van heeft om buiten de kern van de zaak om te praten, heeft deze spre- kers argument inzake de anti-selectie niet kunnen ontzenuwen; veeleer was zijn poging tot weerlegging juist een argument te meer voor het bestaan van anti-selectie. Als van de 15.000 leden in Heemstede er 15.000 bii het aanvullingsfonds waren aangesloten, dan zou er geen sprake van zijn dat dit voorstel de anti-selectie in de hand werkt. Nu dit er 1200 zijn, echter wel! Men moet uit sprekers woorden niet de indruk krijgen, dat hij de sociale betekenis van deze zaak niet ziet. Als lid van de raad heeft hij echter te overwegen waar de gemeente met deze kwestie aan toe is. Voor zover het gaat om het beginsel, dat men allereerst voor zichzelf moet trachten te zorgen, waardoor een gang naar sociale zaken uitblijft, juicht spreker principieel toe, dat de mensen zelf deze verzekering sluiten, omdat de mensen dan weten waar zij aan toe zijn. Wel vindt hij, dat men wel wat gauw met het voorstel om de afwijking van de premie door de gemeente te doen garanderen klaar was. Daarom blijft hij van mening, dat men goed gedaan zou hebben alle moeilijkheden, die met deze zaak samen- hangen, rustig te bespreken. Een volgende keer stelt spreker dan ook prijs op betere overweging van een dergelijk vraagstuk en het opnemen van contact met andere gemeenten. Heemstede is nu voor een fait- accompli gesteld. De heer Reijnders zegt, dat hij het roerend eens is met de heer Mr Dr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 10