99
24 April 1952.
nu goedvinden wat burgemeester en wethouders en de raad twee jaar
geleden reeds voorstonden.
De Voor'/.ittcr merkt de heer Mr Pliester op, dat de aangehaalde passage
zodanig luidt, dat er geen plicht bestaat om het presentiegeld tot 10.
te verhogen. Nu de normen op initiatief van gedeputeerde staten zijn
verhoogd, zou spreker het aardiger vinden indien de tegenstanders van
het voorstel hun bezwaren zouden laten vallen.
De heren Mr Dr Van Bruggen, Mr l'iiestcr en Ir Kooijmans verklaren
zich alsnog bereid het voorstel te aanvaarden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VI. AANKOOP GROND NAAST GEZONDHEIDSHUIS.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
38. Aankoop grond naast Gezondheidshuis.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Mevrouw Van Nispen vindt het een buitengewoon gelukkige omstandig-
heid, dat de gemeente voor weinig geld in het bezit van deze grond is
kunnen komen. Het geheel van het Gezondheidshuis is daardoor meer af,
terwijl het een belangrijk gemak is dat nu ook met ambulancewagens
tot direct voor de ingang van het Gezondheidshuis kan worden gereden.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld..
VII. CREDIET VOOR VERBETERING VAN DE GLIPPERWEG.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
39. Crediet voor verbetering van de Glipperweg.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer Ir Kooijmans acht deze verbetering noodzakelijk ook met het
oog op het te verwachten drukke verkeer in verband met de Flora 1953.
Het spijt spreker, dat in de commissievergadering niet een volledige
kostenberekening is overgelegd. Spreker had nl. begrepen, dat in het
gevraagde crediet de te gebruiken oude stenen vervat waren, Nu blijkt,
dat dit niet het geval is. Hij vraagt waar deze stenen vandaan komen en
of deze als bezit geboekt staan. Spreker is van mening, dat, als zij als
materiaal geboekt staan, de waarde daarvan op de aanlegkosten van de
weg behoort te drukken.
De heer Verhoeven noemt dit een boekhoudkundige kwestie. Spreker is
het hierin met de heer Ir Kooijmans niet eens. Indien de waarde van
deze oude stenen ten laste van de weg gebracht zou worden, dan zou aan
de andere kant op de rekening oude stenen, zo deze bestond, een batig
saldo ontstaan. Dit is dus een zuivere administratieve kwestie.
De heer Zegwaart is ook op deze oude stenen gestuit. In welke staat
verkeren zij, vraagt spreker. Is het de bedoeling dat deze stenen als puin-
laag in het wegdek worden gewalst Als dat het geval is, wil spreker er
op wijzen, dat nog veel puin in Nederland aanwezig moet zijn en dit goed-
koper kan worden aangekocht dan de waarde van de oude stenen bedraagt.
Deze stenen zouden dan taeter in minder gebruikte wegen kunnenworden
verwerkt.