24 April 1952. 100 De heer Van Lent, wethouder, antwoordt, dat de oude stenen uit straten komen, waarvan de bestrating is vervangen door klinkerkeien. De stenen staan nu voor reparaties. Ondanks dat zij behoorlijk versleten zijn, zijn zij nog goed bruikbaar. Men zou de te gebruiken stenen inderdaad op de aanlegkosten van de weg kunnen laten drukken, maar dit zou neerkomen op het overhevelen van vestzak naar broekzak. Bovendien is het niet de bedoeling, dat de weg zoals hij nu wordt aangelegd, zo blijft. Reeds was de noodzaak tot doortrekking van de dubbele rijweg lang aanwezig, maar doordat de gemeente het daarvoor benodigde terrein niet in handen kon krijgen, is dit werk een paar jaar gestagneerd. Het wegdek wordt een gewoon klinkerwegdek in een zandbed. Deze wijze van werken is de meest aangewezene, omdat binnenkort het stam- riool naar de Glip moet worden aangelegd, waarbij dit gedeelte weg weer moet worden opgebroken. Tot het inwalsen van een puinlaag zal eerst worden overgegaan bij de aanleg van de definitieve weg. Ook spreker zou veel liever meteen de goede weg aanleggen. Zelfs al zou er geen Plora komen, dan nog zou spreker tot spoedige aanleg willen overgaan, omdat deze weg een paar gevaarlijke overgangen van dubbele naar enkele weg heeft. De heer Verspoor vraagt of het rijloon van de stenen in het geraamde bedrag begrepen is en of er verder geen onkosten kunnen worden verwacht. De heer Van Lent, wethouder, antwoordt, dat geen meerdere kosten te verwachten zijn dan die zijn geraamd. De heer Ir Kooijmans blijft van mening, dat voorraden van oud mate- riaal geregistreerd dienen te worden. Ieder bedrijf heeft nu eenmaal derge- lijke voorraden. De waarde van oud materiaal, ook al is het puin, moet, wanneer daarvan gebruikt wordt, worden overgeschreven naar de rekening van het werk waarvoor het wordt gebruikt. Blijft er materiaal over, dan wordt dat weer op de post oud-materiaal teruggeboekt. De heer Verhoeven bepleit, dat de gemeente in haar administratie geen andere voorraad kent dan kasmiddelen. Natuurlijk kan men wel een boekje bijhouden, waarin opgeschreven wordt welk oud materiaal aanwezig is, maar het hoort niet thuis in een kasadministratie. Zou men de waarde van het oude materiaal op de aanleg van de weg laten drukken en men leent geld voor het financieren daarvan, dan volgt het oude materiaal het tempo van aflossing van de lening van het object. Oud materiaal zal als regel tot nul of 1.zijn afgeschreven, zodat het niet nodig is dit bij gebruik weer tot een te schatten waarde op te voeren. De heer Mr Bakhuizen van den Brink, wethouder, vraagt of de heer Ir Kooijmans niet vatbaar zou kunnen zijn voor de redenering, dat de bedoelde stenen slechts tijdelijk gebruikt worden. Zodra de weg definitief wordt aangelegd, gaan deze stenen weer naar het bedrijf terug. Ook spreker acht het niet nodig voor tijdelijk gebruik de waarde van de stenen op het object te laten drukken. De heer Ir Kooijmans zegt, dat als de stenen terug komen, deze z.i. weer voor de waarde geadministreerd moeten worden. De heer Reijnders merkt op, dat als gehandeld zou worden zoals de heer Ir Kooijmans voorstaat, hiervoor 2 ambtenaren meer nodig zouden zijn. Men zou dus voor ieder object de waarde van het oude materiaal dat er afkomt, moeten gaan berekenen. Dit materiaal is in de regel geheel afgeschreven, waarbij algemeen wordt aangenomen, dat het dan zonder waarde is. De heer Ir Kooijmans zegt, dat Heemstede met deze handelwijze een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 5