28 Augustus 1952.
155
en openbare werken besproken en toegelicht. Men ging daarmede toen
accoord. Nu worden echter ineens bezwaren aangevoerd als zouden de
garages minder fraai zijn als afsluiting van een straat. Bij de woningen
zijn nu echter eenmaal garages nodig. Spreker geeft toe, dat garages
nooit fraai zijn, maar ten aanzien van de gekozen plaats is hij afgegaan
op het oordeel van de experts. De aanbesteding van het complex wo-
ningen heeft de vorige week reeds plaats gevonden. Nadien zijn burge-
meester en wethouders tot de conclusie gekomen, dat vergeten was voor
de 3 bijkomende garages de goedkeuring van de raad te vragen, waarom
dit nu eerst is geschied. Waar dit plan reeds in de commissies is ge-
weest meent spreker, dat de raad niets te kort is gedaan. Hij althans
weet niet hoe het anders moet.
De heer Verspoor zegt, dat als het zo is, dat de drie garages op het
oorspronkelijke plan hebben gestaan hij uitgesproken is,
De heer van Lent, wethouder, antwoordt dat deze niet in het oo!r-
spronkelijke plan waren opgenomen. Wel zijn zij nadien in een com-
missievergadering behandeld, waarbij de heer Verspoor evenwel niet
tegenwoordig was.
De heer Verspoor merkt op, dat, waar de wethouder zegt dat het plan
voor de bouw van deze 3 garages in de commissie van openbare werken
is besproken en goedgekeurd, dit dan toch is gebeurd in een vergade-
ring waarin spreker niet tegenwoordig is geweest. Zuiks zou dan in spre-
kers vacantie moeten hebben plaats gehad, alhoewel spreker niets van
een vergadering in dio tijd is gebleken. Indien zou blijken dat het plan
in behandeling zou zijn geweest in een commissie-vergadering waarbij
spreker wel tegenwoordig zou zijn geweest, zo wenst hij toch zich het
recht voor te behouden om in de raad zijn gewijzigde mening naar voren
te doen komen, indien hem blijkt, zoals in dit geval, dat de plaatskeuze
der gebouwde garages geen gelukkige is geweest.
Spreker vindt het afsluiten van een straat door garages niet mooi.
Experts kunnen van mening verschillen. Zij kunnen een plan verdedigen
maar ook afkammen. Sprekers persoonlijke mening is, dat dit plan voor
garagebouw geen ideale oplossing is. De garages onderbreken het uit-
zicht en vallen buiten de toon van het geheel. Spreker betreurt het dat
zij vlak aan de straat zijn geprojecteerd. Hij verzoekt burgemeester en
wethouders bij volgende complexen de garages op een bescheidener
plaats te projecteren.
De heer BrinR is door vacantie verhinderd geweest de commissie-ver-
gadering bij te wonen. Indien de wethouder tevoren gezegd had, dat dit
plan in een commissievergadering was behandeld dan zou deze discussie
achterwege gebleven kunnen zijn.
De heer van I.cutwethouder, merkt op dat de naar voren gebrachte
bezwaren bij het oorspronkelijke plan te berde hadden moeten worden
gebracht. Dan had men met een ander plan kunnen komen.
De heer van Houten herinnert zich niet dat de 3 garages in een com-
missievergadering zijn behandeld.
De heer van Lent, wethouder, zegt, dat die vergadering 5 6 weken
geleden gehouden is.
De heer Ir Kooijmans meent/dat in de commissievergadering de plan-
L-hUX nen door de architec^zijn toegelicht.
De heer Reijnders merkt op, dat de wethouder heeft gezegd, dat deze
j L 3 garages mede aanbesteed zijn terwijl zij oorspronkelijk niet in het plan
waren opgenomen. Hieruit volgt, dat de garages wel in de commissie-
^-"^fvergadering zijn behandeld, maar de onderwerpelijke drie niet. Als dat