28 Augustus 1952.
157
De heer van Lent, wethouder, zegt, dat, indien dit bedoeld is op zijn
leiding ten aanzien van het contact met de raadscommissies, hij daaruit
geen lering zal trekken, omdat hij tot nu toe alle zaken die daarvoor
maar enigszins in aanmerking kwamen in de commissies heeft gebracht
en spreker volkomen beaamt dat alle stukken in de commissies behoren
te worden gebracht.
Nog wil spreker opmerken, dat het door de heer Brink naar voren
gebrachte over het bouwen van een etalage op een trottoir, als critiek
niet aanvaard kan worden, omdat dit tot het terrein van burgemeester
en wethouders behoort.
De heer van Houten is overtuigd, dat hier.een misverstand in het spel
is omdat hij met de andere leden der commissie zich niet herinnert, dat
deze zaak in de vergadering is behandeld. Hier wordt dus niet gedoeld
op een verkeerde gang van zaken.
De heer Zegwaart wil de woorden van de heer Mr Zeelenberg amen-
deren door niet te spreken van wethouder maar van wethouders.
XI. BEGROTIN GSWIJZIGIN G.
Besluit model D no. 5 tot wijziging der gemeente-begroting 1952, aan-
gevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van
f 655.en in uitgaven een vermeerdering van f 4375.en een vermin-
dering van f 3720.
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede
kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. RONDVRAAG.
Kienspel.
De heer Hopstaken merkt op, dat door burgemeester en wethouders
het kienspel verboden is. Spreker vraagt of dat ook voor het spelen in
besloten kring geldt.
De Voorzitter antwoordt, dat dit verbod niet voor een besloten kring
geldt. Het verbod steunt op de loterijwet.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,