146
28 Augustus 1952.
spreker nog geen duidelijk beeld van wat deze manipulatie jaarlijks aan
de gemeente kost.
De wethouder had zich veel moeite kunnen besparen door alleen maar
de vraag, die spreker heeft gesteld, te beantwoorden, n.l. deze: ,,Hoe
groot zal het bedrag zijn, waarmcde de begroting jaarlijks wordt belast
ten gevolge van het onderhavige voorstel?"
De heer Mr Balthuizen van den Brink, wethouder, wijst er op, dat het
voor de gemeente gelijk blijft of de annuïteit op 75 of op 52 jaar wordt
gesteld. Het is alleen een kwestie of een lening eerder of later afloopt.
Destijds is in een crisisperiode waarbij een overproductie van woningen
kwam, de wenselijkheid gebleken om de annuïteit van 50 op 75 jaar te
brengen om daardoor huurverlaging tot stand te kunnen brengen. Alge-
meen wordt door technici en sociologen aangenomen, dat een afschrij-
vingstermijn van 50 jaar voor woningen normaal is. Door de controleur
der gemeente-financiën is gerapporteerd of maar moet worden doorge-
gaan met het aanhouden van een afschrijvingstermijn van 75 jaar nu de
omstandigheden geheel anders zijn geworden. Ook door de directeur van
openbare werken is daarover rapport uitgebracht. Door burgemeester en
wethouders is overleg gepleegd, waarbij zij tot de conclusie kwamen, dat
de woningen in 1998 geen waarde meer zullen hebben. Na de oorlog
19141918 is gebleken, dat na verloop van een 15-tal jaren er een over-
productie van woningen was. Deze toestand kan zich in 1998 weer voor-
doen, maar ook tientallen jaren eerder. Dan zal de gemeente met ver-
ouderde woningen zitten, die geen behoorlijk rendement meer zullen opleve-
ren doordat zij onverhuurbaar zullen blijken te zijn. Burgemeester en wet-
houders kunnen dan ook niet langer verantwoorden om de afschrijvings-
termijn op 75 jaar te handhaven, een termijn, die principieel altijd onjuist
is geweest. Het getuigt van een wijs en voorzichtig 'beleid om in een
bestaande onjuiste toestand wijziging te brengen.
De heer Keijnders gaat met het voorstel van burgemeester en wet-
houders accoord. De door de wethouder gegeven uiteenzetting heeft de
zaak niet duidelijker gemaakt. Iedereen begrijpt dat een 75-jarige an-
nuïteit kleiner is dan een 50-jarige. Het verschil moet echter worden op-
gebracht uit de huren of anderszins. Hoewel spreker niet zal tegenstem-
men, zou hij toch wel willen vememen, hoe het geld wordt gevonden.
De heer Verhoeven zegt, dat het van goed koopmansbeleid getuigt
om bepaalde objecten snel af te schrijven. Als de heer Reijnders vraagt,
wat de voorgestelde kortere termijn van afschrijving zal kosten, dan
verwijst spreker naar het antwoord van de wethouder, die heeft uiteen-
gezet, dat daardoor het voordelig saldo op de gemeente-rekening van
6.127.51 v/ordt temggebracht tot 258.53. Dit verminderde batig saldo
moet ten laste van de gemeente komen. Het staat niet vast, dat daardoor
de huren moeten worden verhoogd. Als dat zo zou zijn, dan kan men hier
nog spreken van een matige huur. Het gedeelte van het inkomen dat
voor huur wordt besteed, is hier te lande kleiner dan waar ter wereld.
Men zal zich er in de toekomst aan moeten gaan wennen, dat men daar
naar toe gaat, dat een groter percentage van het inkomen voor huur
moet worden besteed. Nu bestaan er grote verschillen tussen de huren
van oudere woningen en die van nieuwe woningen. Het is volgens spreker
onvermijdelijk, dat deze verschillen zoveel mogelijk worden weggewerkt.
Als raad gaat het niet aan om schulden te maken op objecten die er,
vöör dat de schuld is afgelost, niet meer zullen zijn.
De heer Zegwaart is blij, dat de experts hebben gesproken. Spreker is
daardoor tot de ontdekking gekomen, dat zijn kijk op de zaa.k juist was,
dat, als de annuïteiten over meerdere jaren worden verspreid, de huren
kunnen worden verlaagd, maar dat daar tegenover staat, dat bij mkrim-