92
30 October 1952.
overwegende dat het gemiddeld aantal leerlingen voor het openbaar
gewoon- en het uitgebreid lager onderwijs over 1951 moet worden gesteld
op onderscheidenlijk 702 en 242;
overwegende, dat wegens administratiekosten een bedrag van f 0 75
per leerlmg dient te worden aangenomen en alzo in totaal voor het ge-
woon lager onderwijs 702 X 0,75 526,50 en voor het uitgebreid
lager onderwijs 242 X 0,75 181,50;
overwegende, dathet krachtens artikel 55 bis der Lager-onderwijswet
1920 voor het jaar 1951 beschikbaar gestelde bedrag per leerling bij raads-
besluit van 25 Januan 1951, no. 4 is bepaald op 33,98 voor het gewoon-
en op 46,84 voor het uitgebreid lager onderwijs;
BESLUIT:
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1951 werkelijk heeft uit-
gegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55 bis der Lager-onderwiiswet
1920, voorlopig vast te stellen als volgt:
1. voor het gewoon lager onderwijs op 24.898,02 4- f 526 50
25.424,52 en J
2 /°11 802^24-tê:ebreid lag:er onderwiJs °P 11.620,74 -f 181,50
het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55 bis der Lager-
onderwijswet 1920 per leerling bepaalde bedrag, in verband met het
gemiddeld aantal leerlingen der scholen over het jaar 1951 besehikbaar
îs gesteld voor de sub a bedoelde uitgaven, voorlopig vast te stellen
als voigt:
1. voor het gewoon lager onderwijs op 702 X f 33,98 f 23 853 96
en j j
2. voor het uitgebreid lager onderwijs op 242 X 46,84 =/11.335,28
het verschil tussen sub a en b bedoelde bedragen voorlopig vast te
stellen als volgt:
1. het bedrag sub a voor het gewoon lager onderwijs is f 1.570 56
meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs en
2. het bedrag sub a voor het uitgebreid lager onderwijs is f 466 96
meer dan het bedrag sub b voor dat onderwijs.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 30 October 1952
De secretaris, De VOOrzitter,
b.