30 October 1952.
199
heeft van de zienswijze terzake van het Dagelijks Bestuur onzer
gemeente
4. Indien de vorige vraag bevestigend kan worden beantwoord, wanneer
en in welke vorm heeft dit contact tussen de Commissie „Ter Veen"
en het Dagelijks Bestuur van Heemstede dan plaats gevonden
5. Kunnen burgemeester en wethouders de raad een exposé geven van
het Heemsteedse standpunt, dat bij dat contact is ontwikkeld
De Voorzitter beantwoordt deze vragen als volgt:
Burgemeester en wethouders hebben inderdaad kennis genomen van de
publicatie in Haarlem's Dagblad van 8 October j.l., waarin enkele ver-
onderstellingen zijn geuit over het laatste ons nog onbekende deel van
het rapport van de z.g. commissie „Ter Veen".
Aangezien het gemeentebestuur daarvan ook niets bekend is, komt het
ons ongewenst voor over dit courantenartikel beschouwingen te houden
in de raadsvergadering.
In 1945 is door de centrale commissie ter bestudering van de gemeente-
lijke indeling van Noordholland aan de burgemeester van Heemstede het
verzoek gericht zijn mening te mogen vernemen in een daartoe door deze
commissie belegde vergadering over de vraag in hoeverre de gemeente-
lijke indeling in deze omgeving juist is te achten, dan wel dat verandering
daarvan, door grenswijziging of samenvoeging van gemeenten aanbeveling
verdient.
Hem is verzocht het standpunt van Heemstede als ook van Bennebroek
te willen toelichten.
Dit is door de toenmalige burgemeester, nog waarnemende de taak van
de raad van Heemstede, alsmede van Bennebroek, zelfstandig persoonlijk
afgedaan.
In 1940 was door de raad in een uitvoerig verweer op een desbetreffend
verzoek als zijn gevoelen uitgesproken, dat samenvoeging van de gemeen-
ten Heemstede en Bennebroek ernstig moest worden ontraden.
Het lijkt spreker voorts niet juist op veronderstellingen van kranten
in te gaan. In een artikel van de Nieuwe Haarlemse Courant is er de
nadruk op gelegd, dat het zeer de vraag is of het door de commissie Ter
Veen uitgebrachte advies gevolgd zal worden door een ander samengesteld
college van gedeputeerde staten dan het college dat het advies vroeg. Men
moet er niet te veel waarde aan hechten. Spreker wil de heer Mr Dr van
Bruggen nazeggen, dat burgemeester en wethouders waakzaam zullen zijn
aan de grenzen.
De heer Verspoor kan uit het antwoord niet opmaken of burgemeester
en wethouders erg gerust zijn wat de eventuele annexatieplannen betreft.
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders niets weten.
Hoogstwaarschijnlijk is er een lek geweest, waardoor de veronderstellingen
konden worden gepubliceerd. Het is spreker bekend, dat er burgemeesters
zijn die meer weten; dat een exemplaar van het rapport bij een ambtenaar
der gemeente Haarlem berust en dat het rapport nog niet bij gedeputeerde
staten is ingediend.
De heer Reijnders is niet geschrokken van het lek. Spreker wijst er
op, dat de toenmalige alleenheerser over Heemstede en Bennebroek zich
blijkbaar bezig heeft gehouden met de hem gestelde vragen door de com-
missie Ter Veen, zonder anderen er in te kennen. Inmiddels is er gelukkig
weer een voltallige raad aan het hoofd der gemeente gekomen en het zal
goed zijn onze zienswijze over mogelijke grenswijziging kenbaar te maken.
Spreker herinnert er in dit verband aan, dat in 1940 ook aan de voor-
avond van de oorlog is gezegd: „Gaat U maar rustig slapen". Spreker
gelooft dat de raad zo vrijmoedig moet zijn ook iets van zich te laten
horen.