30 October 1952.
173
ook voorlopig niet te wachten zijn. Dit onderwijs zal nog wel zeer lange
tijd voor rekening van de gemeente blijven. Een en ander betekent, dat bij
aanvaarding van de streekschool, er in de toekomst op de deeinemende
gemeenten een blijvende last zal worden gelegd.
Het besluit, dat nu genomen wordt, draagt dus niet het karakter van
een overbrugging van enige jaren tot de rijksregeling tot stand komt,
waarbij de salarissen en de kosten van het gebouw volledig door het rijk
gedragen worden, terwijl de kosten voor een goede gang van zaken voor
rekening van de gemeente blijven. Wij zullen blijvend staan voor volledige
dekking dei uitgaven aan deze school verbonden.
Ook is de vraag hoe de vorm van opleiding van leerkrachten wettelijk
geregeld zal worden. De structuele vorm van de overheidsschool is de
kweekschool. Maar niets staat vast welke organische vorm men! kiezen
zal. Bij het Nijverheidsonderwijs is deze gans anders. Daar kent men uit-
sluitend de verenigingsvorm en geen overheidsscholen.
Als spreker aan de juistheid van een te nemen maatregel twijfelt, dan
acht hij het beter zich van deelneming aan de tot standkoming van een
besluit te onthouden. Het is wel gemakkelijk om een particuliere school
te transformeren in een streekschool, maar als het eenmaal gpdaan is,
is het niet gemakkelijk naar de oude toestand terug te schakelen. Als dit
voorstel aanvaard wordt, dan is men verplicht voor bijzondere opleidings-
scholen op dezelfde basis subsidie te verlenen, zodat het aanvaarde be-
ginsel medebrengt, dat verschillende regionale dagscholen ook moeten
worden gesubsidieerd. Dan zal men de afgegeven wissel moeten honoreren.
Dit moet men onder ogen zien alvorens een besluit te nemen. Het blijft
niet bij het uitgetrokken bedrag voor deze streekschool, want het is ook
de vraag wat de kosten zijn als door de R.K. en Prot. Christelijken dag-
scholen worden gesticht. Beter lijkt het daarom spreker, de bestaande
particuliere opleiding door een hogere subsidie in stand te houden en eerst
wanneer meer zekerheid bestaat ten aanzien van de door hem genoemde
nog twijfelachtige punten tot medewerking aan de stichting van een
streekschool over te gaan.
Voorts heeft spreker ernstige bezwaren tegen de wijze, waarop de wet
gerneenschappelijke regelingen hier wordt gehanteerd.
Spreker herinnert zich dat, toen in de onderwijscommissie het voorstei
werd behandeld om een bedrag beschikbaar te stellen voor de viering van
het 25-jarig bestaan van de Bronsteeschool, de wethouder heeft gezegd,
dat het wenselijk was dat het bestuur wat deed en dat het bestuur de
raad was. In die lijn doorgeredeneerd is het theoretisch zo, dat de gemeen-
schappelijke raden bij elkaar het bestuur van de streekschool moesten
vormen. Dit kan niet, maar men moet dat zoveei mogeiijk benaderen.
Zonder meer wordt echter in de regeling vastgelegd, dat de bevoegdheden
van de raad en burgemeester en wethouders worden overgedragen aan
het krachtens deze regeling te vormen bestuur. Dit acht spreker in strijd
met de structuur van het gemeenterecht.
Voorts heeft spreker bezwaar tegen een onuitgebalanceerd zeer toevallig
samengesteld bestuur. Spreker wil dit nader toelichten. Er is een tijd
geweest, dat er in Heemstede en Haarlem wethouders van onderwijs waren
van sprekers politieke richting. Het kan dan b.v. gemakkelijk voorkomen,
dat in het uit 4 man bestaande bestuur, b.v. geen enkele R.K. zitting zou
hebben. Als het alleen gaat om technische zaken, b.v. een gemeenschap-
pelijke vuilzuivering voor de streek, dan kan spreker dat niets schelen.
Maar als het bestuur met beleidsvragen te doen krijgt, zoals in dit geval,
en het bestuur is toevallig eenzijdig samengesteld, dan zou er aanleiding
bestaan om de juistheid van de besluiten in twijfel te trekken. Bij een
bestuur uit zijn eigen mensen samengesteld, zou spreker ook eenzijdigheid
vrezen,
Indien het schoolbestuur van een dergelijke opleidingsschool, dus met