21
26 Februari 1953.
2e Afd.
TOEKENNING SCHADELOOSSTELLING AAN VOORMALIGE
PACHTERS TUINGROND TEN WESTEN VAN DE
VRIJHEIDSDREEF.
Aan de Raad,
Gedurende tal van jaren zijn de terreinen gelegen ten westen van de
Vrijheidsdreef als tuingrond door de gemeente verpacht aan de tuinders
Th. J. Verdonkschot, Wilhelminaplein 5 en P. de Jong Jr. Cruquiusweg
122, alhier, voor resp. 200.en 162.10 per jaar. Op grond van de
verwachting dat deze terreinen eerlang wellicht nodig zouden zijn voor
een te houden intemationale bloemententoonstelling, had deze verpach-
ting de laatste paar jaren, onder goedkeuring van de Grondkamer, telkens
slechts voor een termijn van één jaar plaats.
Krachtens Uw besluit van 25 Januari 1951 nr. 11 werden deze terreinen
met ingang van 1 September 1951 ter beschikking gesteld van de Alge-
mene Vereniging voor Bloembollencultuur te Haarlem ten behoeve van
de "Flora 1953" en werd de verpachting dus met ingang van die datum
beëindigd. Uiteraard werden de pachters hierdoor zeer gedupeerd. In de
vergadering van 25 Januarii 1951 werd dan ook al door een der leden
van Uw college gevraagd of het niet billijk was hen deswege een schade-
loosstelling toe te kennen, dan wel andere gemeentegrond ter beschikking
te stellen. Toegezegd werd toen dat ons college pogingen in het werk
zou stellen in deze of gene zin een oplossing te vinden. Het is evenwel
gebleken, dat laatstgenoemde oplossing niet gevonden kon worden, zodat
de pachters zich voor de noodzaak zagen geplaatst van particulieren
grond voor hun bedrijf te huren. Het is nader gebleken, dat er voor hen
aanzienlijke kosten verbonden waren aan het geschikt maken van die
grond voor de teelt van hun gewassen. Beiden dienden dan ook een verzoek
om schadeloosstelling in. Zij gingen daarbij van de veronderstelling uit,
dat zij na afloop van de „Flora 1953" weder op de zoveel jaren gehuurde
grond aan de Vrijheidsdreef zouden kunnen terugkeren en zij slechts
provisorisch maatregelen behoefden te treffen om de schade voor deze
twee jaren tot een minimum te beperken. Nu deze verwachting ten ge-
volge van ons plan om deze grond in de toekomst tot weiland te bestemmen,
de bodem is ingeslagen, betekent dit voor hen, dat zij bovengenoemde
provisorische maatregelen door definitieve zullen moeten laten volgen,
wat opnieuw extra-kosten met zich mede brengt.
In bovengenoemde omstandigheden heeft de Commissie voor het Grond-
bedrijf aanleiding gevonden ons te adviseren aan deze minder draag-
krachtige pachters elk een vergoeding van 600,toe te kennen als
bijdrage in de kosten, die zij door hun overplaatsing hebben moeten
maken.
Met dit advies kunnen wij ons volkomen verendgen en wij stellen U
voor daartoe over te gaan door vaststelling van bijgevoegd ontwerp-
besluit.
Heemstede, 11 Februari 1953.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
N. Vos.