27
26 Maart 1953.
RECHTSV ORDERIN G.
2e Afd.
De Raad der gemeente Heemstede;
overwegende, dat op 7 Augustus 1944 door de toenmalige burgemeester
dezer gemeente met de firma De Boer te Oostzaan een overeenkomst is
gesloten tot sloping door laatstgenoemde van verschillende woningen,
staande aan de Constantijn Huygenslaan en de P. C. Hooftkade;
dat aan genoemde firma voor dit doel werd uitbetaald een bedrag van
dat de Minister van Financiën bij brief van 2 Februari 1953, nr. 151
een accountantsrapport heeft toegezonden onder mededeling dat daaruit
blijkt, dat aan genoemde firma ten onrechte is betaald een bedrag van
f 3.33*6,25;
dat firmant K. de Boer enige jaren geleden is overleden en de Mmister
voornoemd het gewenst acht dat pogingen in het werk worden gesteld
om een gedeelte van het teveel betaalde bedrag terug te vorderen uit de
nalatenschap van voomoemde K. de Boer;
dat uit het door Mr H. J. Pot, advocaat en procureur te Haarlem, hier-
over uitgebracht advies blijkt, dat het wel zeker schijnt, dat aan crediteu-
ren een belangrijke uitkering zal kunnen worden gedaan, zodat het ge-
wenst is een rechtsvordering in te stellen;
gelet op het bepaalde in artikel 177, le lid der gemeentewet;
BESLUIT:
bij de Arrondissements Rechtbank te Haarlem tegen de erven K. de Boer,
gewoond hebbende te Oostzaan, in te stellen een rechtsvordering tot
terugbetaling aan de gemeente Heemstede van hetgeen ten onrechte werd
betaald terzake van de hiervoor genoemde sloopwerkzaamheden.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 Maart 1953.
De secretaris, De voorzitter,