102 26 Maart 1953 werd van de heer Mr Zeelenberg- een schrijven ontvangen, waarin hij tegen de voorgestelde redactie enige bedenkingen heeft geopperd. Spreker heeft uit het schrijven niet de indruk gekregen, dat een speciale vergadering der commissie werd verlangd. De heer Mr. Zeelenberg merkt op, inderdaad enige bezwaren tegen het voorstel te hebben, al achtte hij het beleggen van een aparte vergadering der commissie daarvoor, niet noodzakelijk. Spreker ging daarbij van de veronderstelling uit, dat, als andere leden der commissie soortgelijke be- zwaren hadden, een vergadering wel zou volgen. Spreker stelt er prijs op zijn bezwaren die hij in het algemeen tegen dit voorstel heeft, nader te belichten. Uit het eerste deel van zijn ingezonden brief blijkt, dat spreker, anders dan de voorzitter van de commissie voor de strafverordeningen, van mening is, dat het niet zo'n vaart zal lopen met de wantoestanden die gevreesd worden tengevolge van het afgeven van gedrukte stukken. Spr. is beducht dat, door op deze weg voort te gaan, alles te veel aan banden wordt gelegd. Als een dergelijke bepaling niet beslist noodzakelijk is voor het handhaven van de openbare orde, dan diene men zich te wachten om hierin te ver te gaan. Men moet niet vergeten, dat verschülende bedrijven en verenigingen van de aanwezigheid van veel mensen graag gebruik maken, om voor zich nog wat reclame te maken. Wij zijn toch al op weg om tijdens de Flora alle activiteit in de gemeente in te perken. Zo is er een parkeerverbod in de omliggende straten van de Flora afgekondigd, dat in zijn uitwerking te ver gaat. Spreker wil zijn bezwaren gaarne aan de raad voorleggen en horen hoe deze daar over denkt. Ook vindt spreker de redactie niet fraai. Het is mogelijk dat deze redactie door het Openbaar Ministerie wordt gewaardeerd, in beginsel is zij echter gevaarlijk. De heer Mr Pliester zegt, dat, toen hij de bedoelde brief van de voor- zitter der commissie voor de strafverordeningen ontving, ook bij hem wel enige gedachten zijn opgekomen. Spreker heeft de secretaris der commissie opgebeld en gevraagd onder welk hoofdstuk der politie-ver- ordening de bewuste bepaling zou worden opgenomen. Hoezeer spreker in principe op het standpunt van de heer Mr Zeelenberg staat, wil hij zich toch, gezien de rechtspraak, o.a. van de Hoge Raad die de bewuste beperking toelaat, niet tegen de totstandkoming van deze wijziging ver- zetten. Binnen korte tijd zal toch de gehele politieverordening aan de orde worden gesteld. Op dit ogenblik heeft spreker geen bezwaar tegen het voorstel. De heer Reijnders gaat geheel accoord met het voorstel van burgemees- ter en wethouders, omdat dit de gelegenheid schept tegen ongewenste elementen op te treden. Voorts vraagt spreker of de toegezegde aigehele wijziging der politieverodening binnenkort te verwachten is. De Voorzitter zegt, in antwoord op het gesprokene door de heer Mr Zeelenberg, dat deze bezorgd is voor een beperking van de vrijheid van het maken van een gerechtvaardigde reclame. De zgn. stille voortijd van de Flora zal toepassing van het voorgestelde verbod niet rechtvaardigen. Op de verwachte topdagen moet de politie echter in staat zijn om, zo nodig in te grijpen. Spreker wil hierbij de toezegging doen, dat alleen tot toepassing van het verbod zal worden overgegaan, indien zulks nodig blijkt. Op de topdagen, waarop 70.000 bezoekers van de Flora ver- wacht worden, moet de politie in staat zijn alles wat hinderlijk is tegen te gaan. Als er geen last van het uitreiken van reclame door de bezoekers wordt ondervonden, zal er ook geen bezwaar tegen worden gemaakt. Op de vraag van de heer Reijnders antwoordt spreker, dat de toezending van de door een commissie uit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ontworpen concept-politieverordening nog altijd spoedig verwacht wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1953 | | pagina 6