29 April 1953.
117
34. Douche-gelegenheid in gemeente- en woningwetwoningen.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de volksgezondheid
zich hiermede kan verenigen.
Mevr. Van Nispen zegt, dat haar fractie het voorstel van burgemeester
en wethouders bijzonder toejuicht. Het geld dat aan deze voorziemn-
gen wordt besteed, vloeit, middels een wekelijkse bijdrage van de betrok-
kenen weer in de gemeentekas terug. Spreekster heeft grote waardermg
voor het door de betreffende commissie uitgebrachte rapport, maar toch îs
zii niet helemaal voldaan. Gaarne zou zij zien, dat in 100 der daarvoor
in aanmerking komende woningen in plaats van 20 een douche-gelegen-
heid werd aangebracht, omdat het hier een maatregel van de eerste orde
in het belang van de volksgezondheid betreft. Vooral voor mensen met
kinderen is deze voorziening van groot nut. Er wordt n.l. nog al eens ge-
klaagd dat kinderen, warm uit het badhuis komende, op straat kou vat-
ten. Spreekster zou dus gaarne zien, dat in 100 der huizen een douche-
gelegenheid werd aangebracht.
De heer Zegwaart vindt het, na het waarderende betoog van mevr. van
Nispen moeilijk zich minder dankbaar voor het voorstel van burgemeester
en wethouders te tonen. Er zitten z.i. verschillende aspecten aan deze zaak.
Allereerst vraagt spreker zich af, of het wel verstandig is, nu nog met
bekend is welke compensatie voor de per 1 Januari 1954 in te voeren huur-
verhoging zullen worden gegeven, reeds thans te besluiten tot een vrij-
willige huurverhoging. De compensaties die in het plan liggen, bestaan o.a.
uit een perar procent loonsverhoging, verlaging accijns, enz. Wel bestaat er
vrijheid voor de huurders al of niet tot aanschaffing van een douche-ge-
legenheid over te gaan, maar doen zij dit, dan zullen eventueel na hen ko-
mende huurders in deze douche ook moeten bijdragen. Een en ander maakt
het voor spreker moeilijk thans al aan dit voorstel mede te werken.
De laatste jaren zijn helaas in deze gemeente woningen gebouwd, die
feitelijk geen goede woningen genoemd mogen worden. Indien men nu van
de woningen die er reeds bestonden, ruimte afneemt voor het inrichten
van een douche-gelegenheid, dan vreest spreker, dat er nog een aantal
woningen aan het aantal minder gewenste, wordt toegevoegd. Spreker
vraagt zich af of b.v. in de woningen aan de Lindenlaan een douche-ge-
legenheid kan worden gemaakt, zonder dat daar slaapruimte aan wordt
opgeofferd. Men zal het met spreker wel eens zijn, dat dit laatste in geen
geval moet gebeuren. Spreker vreest, dat een aantal mensen niet in staat
zal zijn de benodigde f 1.50 per week te betalen en dat bet daardoor van
deze nuttige maatregel verstoken blijft. Verlaat men de woning waarin
een douche-gelegenheid is, dan moet de volgende huurder de kosten van de
douche-gelegenheid blijven betalen. Voor het warmwater-apparaat is dat
niet het geval. Een douche-gelegenheid zonder warmwaterapparaat is ech-
ter niet te gebruiken.
Spreker vraagt, of er geen andere weg is om tot het gestelde doel te
geraken. Hij denkt hierbij aan het verstrekken van gelden fonds perdu.
In principe is spreker er voor, dat alle inwoners in het genot van een
douche-gelegenheid worden gesteld. Spreker stelt voor, dit voorstel aan
te houden tot bekend is hoe de compensatie voor de a.s. huurverhoging zal
worden geregeld, omdat de belanghebbenden dit eerst zullen willen af-
wachten.
De heer Van der Linden is verheugd over, en dankbaar voor het voorstel
van burgemeester en wethouders. Ook is spreker erkentelijk voor de waar-
derende woorden van mevr. van Nispen aan het adres der commissie. Hij
zal deze waardering aan zijn medeleden van de commissie overbrengen.
Ook bij spreker is nog een vraag gerezen. Door de bewoners zal n.l.
vôôr een door burgemeester en wethouders te bepalen datum, die blijkens