118
29 April 1953.
een circulaire tot hen gericht, kort zal zijn, een beslissing moeten wor-
den genomen, terwijl aan latere aanvragen geen gevolg kan worden ge-
geven. Ook spreker zou daarom de termijn van aanmelding zo ver willen
verschuiven tot bekend is hoeveel de komende huurverhoging zal bedra-
gen en welke de compensaties zullen zijn die daar tegenover staan.
De heer Mr. Pliester heeft met stijgende verbazing de uiteenzetting
van de heer Zegwaart beluisterd.
Kort geleden heeft spreker gelezen over dwaze zelfdoeners. De heer
Zegwaart gaat ons nu brengen dwaze zelfkiezers. En als men zijn douche-
cel en warmwaterinstallatie zelf kiest, dan mag men daarvoor niet betalen,
als men dat wil, want dan krijgen wij dwaze zelfbetalers.
Het is niet onred-elijk als de genieter zelf betaalt. De gebruikers van
onroerend goed behoeven daarvoor reeds minder aan lasten te betalen
dan de eigenaren, in dit geval de gemeente.
Spreker vindt het alleszins juist, dat mensen die bereid zijn zelf te be-
talen voor de verbetering van hun woning in het belang der volksgezond-
heid, dit ook doen, als het een overzienbaar bedrag betreft. Spreker zal
het voorstel van burgemeester en wethouders steunen.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt dank voor de steun van mevr. van
ISTispen aan het voorstel van burgemeester en wethouders verleend, ter-
wijl hij de door haar gebrachte hulde aan de commissie gaame wil onder-
schrijven.
Bij het doen van hun voorstel hebben burgemeester en wethouders een
crediet gevraagd van 15.000.-, waarmede ruim 20> der daarvoor in
aanmerking komende woningen, van een douche-gelegenheid kan worden
voorzien. Evenals mevr. Van Nispen hopen burgemeester en wethouders,
dat het aantal deelnemers 100 zal worden. Het opvoeren van het ge-
vraagde bedrag tot 75.000,- zal geen enkel bezwaar ontmoeten, omdat
dit toch het karakter van een voorschot heeft, waarbij dus geen enkel
financieel gevaar is.
Over het gesprokene door de heer Zegwaart is spreker verwonderd. De
heer Zegwaart heeft gepleit voor het verlengen van de aanmeldingstermijn
totdat de compensaties voor de in te voeren huurverhoging bekend zijn,
met als argument, dat de mensen nu bij deze vrijwillige huurverhoging,
niet weten waar zij aan toe zijn. Spreker wil er op wijzen, dat deze rede-
nering onjuist is, omdat hier geen sprake is van een huurverhoging Men
kan spreken van huurverhoging als men meer huur moet betalen voor het-
geen men reeds in huur heeft. Hier is echter sprake van huren van het
bestaande mêt een douche-gelegenheid. Voor het meerdere moet logisch
meer betaald worden.
Wat de opmerking van de heer Zegwaart betreft, dat latere huurders
aan de huur van de douche-gelegenheid gebonden zijn, wijst spreker er
op, dat deze opvolgende huurders daarvoor dan ook een beter geoutilleerd
huis krijgen. Bovendien is het zo, dat als de huurverhoging doorgaat, de
categorie huurders die hier in het geding is, dan nog een lagere huur zal
betalen dan de huurders van nieuwe woningen.
Voorts vreest de heer Zegwaart, dat door het aanbrengen van douche-
gelegenheid de huizen te weinig woonruimte zullen behouden. Deze moei-
lijkheid is echter in het rapport van de advies-commissie wel degelijk be-
keken. Zij laat dan ook in haar rapport een aantal woningen, dat zich niet
leent voor het inrichten van een douche-gelegenheid doordat onmisbare
woonruimte zou moeten worden opgeofferd, buiten beschouwing en een
ander aantal voorlopig buiten beschouwing. Indien in de toekomst meer
huizen beschikbaar zullen zijn, zal de situatie vanzelf gemakkelijker wor-
den. Een en ander is in het rapport van de commissie te lezen. Heeft de
heer Zegwaart dit rapport soms niet gelezen?
De vraag of men bij de tegenwoordige spanning tussen lonen en prijzen
S!»i
