15 Juli 1953.
De heer Zegwaart zegt, dat het niet de eerste keer is, dat in de raad
gesproken wordt over ontijdige publieaties in de pers. Toen spreker het
bewuste bericht las, was zijn eerste gedachte ,,wat is er toch aan de
hand Uit het antwoord van de voorzitter op de vragen van de heer
Mr Pliester blijkt, dat de gepubliceerde gegevens niet van het gemeente-
bestuur afkomstig zijn. Maar van wie dan wel? Bij de vorige bespreking
van perspublicaties is door de burgemeester toegezegd, dat een onderzoek
naar de bron zou worden ingesteld. Spreker vraagt waartoe dat onderzoek
geleid heeft. Heeft het onderzoek geen resultaat gehad of is er geen onder-
zoek ingesteld. Of de gegevens komen uit een bepaalde bron of alles is
duimzuigerij, Toch zag spreker gaame uitgemaakt hoe de zaak in elkaar
zit.
De Voorzitter antwoordt, dat de in de pers gebruikte cijfers algemeen
bekend kunnen zijn, omdat deze cijfers vanwege het hoofdbestuur van
bloembollencultuur zijn gepubliceerd. Het bericht is niet van burgemeester
en wethouders afkomstig. De raad is reeds toegezegd, dat als de af-
rekening bekend is, deze aan de raad zal worden overgelegd. Het op-
maken daarvan is nu nog niet mogelijk. Zo kwam vandaag nog een
uitgave in verband met de Flora binnen waarop niet gerekend was. Bij
dergelijke objecten komen achteraf altijd rekeningen binnen. Zo hebben
verschillende wegen van het autobusverkeer emstig geleden, o.a. de Groe-
nendaalkade. De uitgaven daarvoor zullen ook de resultaten van de Flora
voor de gemeente beïnvloeden.
De heer Mr Pliester vraagt, of het dan wel de bedoeling is van burge-
meester en wethouders om te komen tot een blijvend aandenken aan de
Flora.
De Voorzitter antwoordt, dat daarover in deze raad ook wel eens is
gesproken en suggesties in die richting zijn gedaan. Er bestaan vele
plannen tot besteding van het overschot. Burgemeester en wethouders
zullen daarvoor t.z.t. wel met voorstellen bij de raad komen.
De heer Ir Kooijmans zegt, dat deze publicatie een zekere ontstemming
bij de/Tnugewj heeft gewekt. Omdat daarop van gemeentewege niet is
gereageerd, krijgt men de indruk, dat deze gegevens van gemeentewege
r,, zijn verstrekt. De cijfers in het betrekkelijke artikel genoemd zijn nog al
yul' verward. De ene courant spreekt van een overschot van 90.000.— en een
X) andere weer van /40.000.Spreker vraagt, of het niet beter zou zijn
daarop niet-officeel in te gaan.
jS^ De Voorzitter antwoordt, dat het bezwaarlijk is op elk bericht dat in de
pers wordt gelanceerd, officieel in te gaan. Indien het gemeentebestuur
v dat zou doen, dan zou de raad terecht kunnen zeggen, dat burgemeester
en wethouders hun gegevens eerst in de pers publiceren, terwijl de raad
nog van niets weet. Er bestaat nu eenmaal persvrijheid, waardoor het
mogelijk is dat de pers voortijdige beschouwingen publiceert over be-
paalde onderwerpen, zonder geheel met het fijne van de zaak op de hoogte
te zijn. De raad moet z.i. met de gedane toezeggingen door burgemeester
en wethouders tevreden zijn.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.