27 Augustus 1953.
186
De heer Mr Pliester, aldus spreker, heeft eerst van 1949 af zitting in
de raad. Spreker twijfelt er niet aan of de heer Mr Pliester zal in de loop
der jaren nog wel eens in de raad terugkeren. Ook hem dankt spreker
voor de wijze waarop hij zijn taak heeft vervuld en voor de vele uren, die
hij aan het raadswerk heeft gegeven. De raad zal diens professorale be-
togen en krachtige argumenten slechts node missen. Spreker wenst de
heer Mr Pliester toe, dat het hem goed moge gaan. (Applaus).
De heer Mr Pliester dankt de voorzitter voor diens vriendelijke woorden.
Spreker betuigt mede zijn dank voor de prettige samenwerking, die hij in
dit college heeft mogen ondervinden. Spreker wenst de voorzitter en de
raad het beste toe. Hij hoopt, dat de raad in de toekomst, door het nemen
van zakelijke en nuttige beslissingen, het algemeen belang zal blijven
dienen, evenals dat in de afgelopen jaren het geval was. (Applaus).
Politieverordening en Rioolwaterzuiveringsinstallatie.
De heer Reijnders zegt, in de vergadering van 25 Juni 1953 een vraag
te hebben gesteld over de aanhangige herziening van de politieverordening.
Hierover wil spreker thans een mededeling doen, die de urgentie van zijn
vraag bewijst.
Op Donderdag, 8 Juli j.l. werd door de Rechtbank te Haarlem in hoger
beroep de zaak behandeld van een venter, die te Heemstede was ge-
verbaliseerd terzake overtreding van een ventverordening. Toen de Offi-
cier van Justitie eiste, dat verdachte zou worden gestraft terzake over-
treding van de ventverordening Heemstede 1923, maakte de pleiter er de
Rechtbank op attent, dat de Kantonrechter een straf had geëist terzake
overtreding van de ventverordening 1953. De officier deelde mede, dat
hij van deze verordening geen inzage had gehad. De veroordeling moest
nu worden uitgesteld, totdat de Officier had kennisgenomen van de ver-
ordeningen te dezer zake. Dit is het bewijs van de door spreker genoemde
urgentie. Spreker vraagt nu, of de voorzitter kan mededelen, wanneer de
herziening van de politieverordening kan worden tegemoet gezien.
Vervolgens wil spreker gaarne wat zeggen over blz. 148 van de notulen.
De voorzitter heeft inzake de vertraging in de bouw van de rioolwater-
zuiveringsinstallatie medegedeeld, dat deze vertraging te wijten was aan
de Planologische dienst van de provincie en speciaal aan een lid van deze
commissie. Spreker heeft deze verklaring op autoriteit van de voorzitter
aanvaard, want, als spreker goed is geïnformeerd, is de voorzitter lid
van de Streekplancommissie en kon hij dus precies weten wat er in deze
commissie gaande was. In een direct nadien verschenen courantenbericht,
waarvoor spreker de desbetreffende redacteur zeer erkentelijk is, werd
echter het tegendeel van de bewering van de voorzitter gelanceerd, n.l.
dat hier niet de schuld bij de commissie of gedeputeerde staten lag, maar
bij het dagelijks bestuur van de gemeente Heemstede. Spreker heeft zich
nadien blj meerdere leden van de genoemde commissie vervoegd, waarbij
dezen spreker de overtuiging gaven, dat hier de schuld bij het gemeente-
bestuur lag. Inmiddels heeft spreker, wederom uit de courant, wat
gelukkig toch dat er een courant is, als de berichtgeving namens burge-
meester en wethouders aan de raad in gebreke blijft vernomen, dat er
een schikking is getroffen, zodat zeer binnenkort een aanvang met de
bouw van de zuiveringsinstallatie zal worden gemaakt. De voorzitter moet
spreker ten goede houden, dat hij thans niet spreekt over details, dat zal
te zijner tijd nog wel gebeuren, maar toch moet het bij hem van het hart,
dat door de voorzitter in de raadsvergadering van 25 Juni j.l. een ver-
keerde voorstelling van zaken is gegeven. Spreker zal gaarne in deze
notulen daarvan aantekening zien gemaakt. Tevens verzoekt hij de notu-
list, in deze notulen wel te willen vermelden, dat spreker de zinsnede