27 Augustus 1953.
172
IX. AANKOOP PERCELEN RAADHUISPLEIN 13 EN 15.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
65. Aankoop percelen Raadhuisplein 13 en 15.
De Voorzitter deelt mede, dat de financiëële commissie zich hiermede
kan verenigen.
De heer Ir Kooijmans zegt, dat de aankoop van deze huizen kan leiden
tot een verbetering van de huisvesting van enige secretarie-afdelingen.
Deze huizen worden gekocht, terwijl zij nog in huur zijn. De prijs die
daarvoor gegeven wordt, moet dus te vergelijken zijn met die, welke voor
geldbelegging in huizen wordt besteed. Spreker acht de prijs daarom aan
de stijve kant. Voorts vraagt spreker, wanneer, indien de woningen ont-
ruimd moeten worden, dit het geval zal zijn. Spreker is niet tegen deze
aankoop, omdat men ook in de toekomst moet zien, maar hij zou het
prettiger gevonden hebben indien de aankoop billijker was uitgevallen.
De heer Verspoor vraagt of hij het goed begrepen heeft, dat aan deze
huizen nog geen definitieve bestemming is gegeven. Spreker wil dan ook
aan dit voorstel zijn stem geven, mits aan de huizen nog geen definitieve
bestemming is gegeven en plannen voor de toekomstige uitbreiding van
het raadhuis worden gemaakt. Het raadhuis blijkt te klein te zijn. Het is
ongetwijfeld practischer als alle secretarie-afdelingen in één gebouw zijn
ondergebracht. Als spreker zich goed herinnert, heeft indertijd Ir Cuypers
reeds een plan voor uitbreiding van het raadhuis ontworpen. De tegen-
woordige aanbouw van het raadhuis zou daarvan reeds een onderdeel uit-
maken. In verband met het in de toekomst onderhanden nemen van de
uitbreiding van het raadhuis, zijn de nu te kopen huizen opgeschreven om
gesloopt te worden. Spreker acht het daarom gewenst zo spoedig mogelijk
te komen tot een schema voor uitbreiding van het raadhuis, hetgeen dan
als uitgangspunt kan worden aangehouden.
De heer Mr Pliester kon tot zijn spijt niet in de commissievergadering,
waarin deze aankoop aan de orde is gesteld, aanwezig zijn. Spreker is het
met de heer Ir Kooijmans eens, dat de prijs hoog is. Dat de huizen naast
het raadhuis gelegen zijn, maakt de aankoop voor hem echter aannemelijk.
De heer Verspoor heeft reeds gewezen op de wenselijkheid van uitbreiding
van het raadhuis, waar deze huizen voor benut kunnen worden. Spreker
vraagt, of de vaststelling van dit besluit impliceert, dat men nu ook een
bepaalde bestemming aan de Meerlhorst geeft, d.w.z. alleen voor openbare
leeszaal en bibliotheek en niet meer voor secretarie-afdelingen, of gaat
dit besluit niet zo ver en is daaromtrent nog een nader voorstel van
burgemeester en wethouders te verwachten.
De heer van der Linden zegt, in de commissie-vergadering in dezelfde
geest als de heer Verspoor gesproken te hebben, n.l. aandacht te besteden
aan de uitbreiding van het raadhuis.
De Voorzitter antwoordt, dat verschillende factoren burgemeester en
wethouders aanleiding hebben gegeven dit voorstel te doen. Eén reden is
wel, dat de huizen een gunstige ligging ten opzichte van het raadhuis
hebben. Hier geldt ,,Gouverner c'est prévoir". In de toekomst zullen inzake
het raadhuis zeker de nodige voorzieningen moeten worden getroffen.
Daarnaast heeft een rol gespeeld, dat de bibliotheek ruimte nodig heeft.
Goedkeuring van deze aankoop impliceert niet, dat de huizen voor secre-
tarie-afdelingen zullen worden ingericht en de Meerlhorst alleen voor de
bibliotheek wordt bestemd. Hiervoor zullen t.z.t. door burgemeester en
wethouders nog voorstellen worden gedaan. Zo îang de huizen worden
bewoond, ontvangt de gemeente een huur van 1400 per jaar.