75
29 October 1953.
Transport 30.752.69 14.499.34
g-ewoon l.o. u.l.o.
Afmedegebruik gym-
nastiek- en school-
lokalen door derden,
voor kleuteronderwijs-
en cursussen
/2.531,25 381,25
58,11 48,—
overige inkomsten
2.589,36
429,25
Blijft
28.163,33 14.070,09
overwegende, dat het gemiddelde aantal leerlingen voor het openbaar
gewoon- en het uitgebreid lager onderwijs over 1952 moet worden gesteld
op onderscheidenlijk 724 en 280;
overwegende, dat wegens administratiekosten een bedrag van 0,75 per
leerling dient te worden aangenomen en alzo in totaal voor het gewoon-
724 x 0,75 f 543,en voor het uitgebreid lager onderwijs
280 x /0,75 /210,—;
overwegende, dat het krachtens artikel 55 bis der Lageronderwijswet
1920 voor het jaar 1952 beschikbaar gestelde bedrag per leerling bij raads-
besluit van 21 Februari 1952 no. 11 is vastgesteld op /39,71 voor het
gewoon- en op 49,52 voor het uitgebreid lager onderwijs;
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1952 werkelijk heeft uit-
gegeven voor de kosten, bedoeld in artikel 55 bis der Lager-onderwijs-
wet 1920, voorlopig vast te stellen op /28.163,33 /543,
28.706,33 voor het gewoon- en op 14.070,09 210,14.280,29
voor het uitgebreid lager onderwijs;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55 bis per leer-
ling bepaald bedrag, in verband met het gemiddeld aantal leerlingen
der scholen over het jaar 1952 beschikbaar is gesteld voor de sub a
bedoelde uitgaven voorlopig vast te stellen op:
724 x 39,71 28,750,04 voor het gewoon- en op 280 x 49,52
13.865,60 voor het uitgebreid lager onderwijs;
c. het verschil tussen de sub a en b bedoelde bedragen voorlopig vast te
stellen als volgt:
het bedrag sub a voor het gewoon lager onderwijs is 43,71 minder
dan het bedrag sub b voor dat onderwijs;
het bedrag sub a voor het uitgebreid lager onderwijs is 414,49 meer
dan het bedrag sub b voor dat onderwijs;
d. op grond van de besluiten d.d. 27 October 1949 no. 79, 31 Augustus
1950 no. 68, 27 September 1951 no. 63, 30 October 1952 no. 92 en van
dit besluit de totalen van de sub a en b bedoelde bedragen over de
jaren 1948 tot en met 1952 voorlopig vast te stellen als volgt:
BESLUIT: