209 29 October 1953. Glipperweg kan spreker zich verenigen. Aangezien alle percelen onmid- dellijk aan de openbare weg grenzen, kan spreker zich niet losmaken van de gedachte, dat hier op de achtergrond het motief aanwezig is, dat deze percelen ruimen moeten voor het verkeer. Spreker hoopt, dat, bij even- tuele onbewoonbaarverklaring van deze percelen, al het mogelijk zal worden gedaan om de bewoners aan een passende woning te helpen. De winkel aan de Zandvoortselaan 98 heeft spreker van binnen gezien. Zijn oordeel is, dat de toestand van deze woning meevalt. Zij is door de bewoners in behoorlijke staat van onderhoud gebracht. Het plafond van de keuken stond een poos geleden op instorten, waarin nu echter is voor- zien. De mensen zijn gelukkig met deze woning. Als neringdoenden zich elders moeten gaan vestigen, dan heeft dat zeker op hun zaak een minder gunstige invloed. Is het nu bepaald noodzakelijk, vraagt spreker, dat deze winkel onbewoonbaar wordt verklaard Hij is daar nu tegen. Eén motief voor de onbewoonbaarverklaring is o.a. de te lage ligging van de begane grond. Spreker vindt het wel erg, dat dit motief wordt aangevoerd, omdat bekend is, dat deze toestand door de gemeente zelf geschapen is door het omhoog brengen van de wegen. Hierdoor is het perceel in ongunstige omstandigheden komen te verkeren. Het lijkt spreker daarom beter dit gebrek niet als motief te hanteren. Wat het achterliggende perceel Zand- voortselaan 100 betreft, merkt spreker op, dat de bewoners daarvan oude mensen zijn, waarvoor het wel erg sneu zou zijn, indien zij op hun hoge leeftijd nog zouden moeten verhuizen. Ook de heer Hopstaken heeft de huizen aan de Zandvoortselaan gron- dig bekeken. Spreker vindt ze niet te bewonen. Ze zijn zeer vochtig. Voor- al in de slaapkamers is het meer dan erg. Het behang hangt er los bij. Door de vloer zakt men heen. Voor oude mensen is deze toestand hoogst ongewenst. Als halfwas deskundige is spreker nog wel in staat de toestand van deze woningen te beoordelen. Indien de zaken- man de winkel moet verlaten, hoopt spreker, dat hij in de gelegenheid wordt gesteld weer een behoorlijk pand te betrekken. De betreffende win- kelier zou het ook best vinden als hem een betrekking werd aangeboden en hij dus niet meer in een winkel zelfstandig zou zijn. De heer Reijnders heeft de onbewoonbaarverklaring van deze woningen, die daarvoor al lang rijp waren, toegejuicht. Spreker heeft ook gemeend de woningen aan de Herenweg te moeten gaan zien. Het is' echter niet waar, dat alle woningen buiten de rooilijn staan. Spreker is er van over- tuigd, dat burgemeester en wethouders geen nevenbedoelingen met deze onbewoonbaarverklaringen hebben, omdat soortgelijke woningen, die ook buiten de rooilijn staan, door hen niet voor onbewoonbaarverklaring zijn voorgedragen. Ten aanzien van de woningen aan de Zandvoortselaan is spreker van mening, dat ze op instorten staan. Spreker heeft hierbij ook het oog op het gevaar dat de mensen lopen, die de winkel bezoeken. Indien de klanten, door wat naar beneden komt, worden getroffen, dan voorziet spreker, dat het gemeentebestuur daarvoor zal worden aangesproken. Als één pand onbewoonbaar verklaard moet worden, dan is het dit dubbele huis wel. Het is geen woonhuis meer. De bewoners slapen in een schuurtje. Spreker vertrouwt, dat burgemeester en wethouders wel zullen zorgen, dat ook voor de zakenman een geschikt pand zal worden gevonden. De heer Mr Zeelenberg constateert, dat bij onbewoonbaarverklaring van het perceel in de Zandvoortselaan, de bewoner-zakenman de dupe wordt van het onvoldoende onderhoud door de eigenaar. De bewoners hebben zelf wat aan de woning geprutst om de ergste euvels te verhelpen. Deze nare situatie is ontstaan, doordat de mensen de gemeente er bij hebben gehaald om de nodige verbeteringen aangebracht te krijgen. Nu ontstaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1953 | | pagina 8