109
17 December 1953.
2e Afd.
VOORZIENINGEN INZAKE BEZOLDIGING GEMEENTE-
PERSONEEL.
Aan de Raad,
Bij circulaire van 3 December j.I. heeft de Minister van Binnenlandse
Zaken er de gemeentebésturen mede in kennis gesteld, dat in verband
met de opheffing van de consumptiebeperking en de komende huurver-
hoging de Ministerraad heeft besloten de totstandkoming te bevorderen
van een aantal voorzieningen nopens de bezoldiging van het Rijksperso-
neel, welke in het kort als volgt zijn samen te vatten:
a. verhoging van de salarissen van de ambtenaren en ambtenaren-
werklieden met 5
b. extra-verhoging van de lonen der volwassen ambtenaren-werklieden,
ingedeeld als vakman of hoger, met 2 cent per uur;
c. verhoging van de kindertoelage en de kindertoeslag;
d. herziening van de gemeenteclassificatie-aftrekvoor de ambtena-
ren onderscheidenlijk 3 en 6 voor de 2e en 3e/4e klasse met
een maximum van onderscheidenlijk 10.50 per maand of 126.
per jaar en /21.per maand of /252.per jaar, en voor de
ambtenaren-werklieden op 4 cent, 7 cent en 10 cent per uur voor
onderscheidenlijk de 2e, 3e en 4e klasse;
e. incorporatie per 1 Januari 1954 van de toelagen ingevolge het Toe-
lagebesluit 1951 en de verhogingen genoemd onder a en b, een en
ander onder intrekking van genoemd besluit, en met inachtneming
van het gestelde onder d.
De Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaren-
zaken heeft zich met de terzake gedane voorstellen verenigd.
De Minister acht het wenselijk, dat in het kader van het algemeen
loonbeleid der Regering de bestaande uniformiteit ten aanzien van de
bezoldigingsregelingen voor het overheidspersoneel wordt gecontinueerd
en dat de genoemde maatregelen ook voor het personeel der gemeenten
worden vastgesteld.
Bij de circulaire is een inpassingstabel gevoegd, waaruit het „salaris
1954" kan worden afgeleid.
De regeling zal gelden voor de ambtenaren met ingang van 1 Januari
1954 en voor de werklieden met ingang van de eerste dag van de loon-
week waarin genoemde datum valt.
Met het oog op de betaling aan laatstgenoemde groep is het gewenst,
dat wij spoedig gemachtigd worden te handelen overeenkomatig de richt-
lijnen van de Minister. De bedoeling is, dat de uitbetaling van de nieuwe
bedragen voorlopig bij wijze van voorschot geschiedt. Er dienen daarna voor-
bereidingen te worden getroffen om op korte termijn te komen tot een
gemeentelijke bezoldigingsregeling, waarbij de thans vastgestelde salaris-
sen worden omgezet in een „salaris 1954". Hiertoe zullen U nader de
nodige voorstellen worden gedaan.
Voor goed begrip vestigen wij er de aandacht op, dat voor de ambte-
naren uitgegaan moet worden van indeling in de 2e klasse. De lonen van
de werklieden komen overeen met die voor het Rijk naar de le klasse.
In verband hiermede, en met de maatregel hiervoor genoemd onder d,
delen wij U mede, dat wij er meerdere malen bij de Minister op hebben
aangedrongen om onze gemeente over te brengen van de 2e naar de le
klasse.