114
17 December 1953.
4e Afd.
TOEKENNEN VAN EKEPENNINGEN, GEMEENTEPENNINGEN
EN PKIJZEN.
Aan de Raad.
Bij het afscheid van nu wijlen Jhr. J. P. W. van Doorn, als burgemeester
dezer gemeente, werd ingevolge een door U genomen besluit, aan hem de
gouden legpenning der gemeente toegekend, als bewijs van grote erkente-
lijkheid voor de goede diensten gedurende een lange reeks van jaren aan de
gemeente bewezen. Een zuiver incidenteel besluit.
Het is echter te verwachten, dat in de zeer nabije toekomst de wense-
lijkheid blijkt, opnieuw een gemeentelijke onderscheiding toe te kennen
teneinde op die wijze uiting te kunnen geven aan de waardering voor het-
geen op onderscheiden gebied in het belang der gemeente is gedaan.
Niet al hetgeen in het belang der gemeente is verricht, is van gelijke
waarde te achten en daarom dienen de onderscheidingen verschillend te
zijn, teneinde daardoor tot uitdrukking te kunnen brengen, de mate van
waardering voor hetgeen is gedaan.
Het wil ons voorkomen, dat het goed is, dat het toekennen van ere-
penningen door U formeel in een besluit wordt geregeld.
Uit de bijgevoegde ontwerp-verordening blijkt, dat de toekenning van
een erepenning der gemeente, welke slechts in zeer bijzondere gevallen,
als blijk van grote waardering ware uit te reiken aan hen, die zich op
een of andere wijze voor de gemeentelijke zaak in hoge mate verdienste-
lijk hebben gemaakt, dan wel aan op enigerlei gebied zeer verdienstelijke
burgers dezer gemeente, zal geschieden krachtens een door U te nemen
besluit.
Van het toekennen van erepenningen zal naar onze mening aantekening
dienen te worden gehouden in een speciaal daarvoor aan te leggen register.
De bijzonderheden, welke tot het toekennen van een erepenning hebben
geleid, behoren naar onze mening bij de inschrijvingen te worden vermeld.
In de overtuiging, dat U zich met het bovenstaande kunt verenigen,
nodigen wij U uit bijgevoegd ontwerp-besluit vast te stellen.
Heemstede, 9 December 1953.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
Th. M. Schelling, l.s.