232
17 December 1953
een partiële herziening van het uitbreidingsplan voor de Glip te ontwer-
pen, waardoor het mogelijk zal worden daar een groot aantal woningen
te bouwen.
Het indienen van het bouwplan voor het stiehten van een wijkgebouw
is dus niet een gevolg van het batig saldo, dat uit de Flora is voortge-
vloeid, maar alleen het realiseren van een bestaand pian. Als het gebouw
eenmaal gesticht is, zal het vele vruchten afwerpen.
In antwoord op de door mevr. van Nispen gestelde vragen, zegt spreker,
dat het zeker de bedoeling is om in het gebouw ook gelegenheid te geven
voor het houden van familiefeesten. De stoelen zullen los worden ge-
plaatst. Bij het houden van filmvoorstellingen kunnen de stoelen door
middel van verbindingslatten worden vastgezet. Ook zullen kleedkamera
worden ingericht. Hier kan mede gelegenheid worden gegeven voor de
nodige recreatie voor ouden van dagen. In het college van burgemeester
en wethouders is de wanverhouding tussen kleine en grote zaal reeds
besproken. De bedoeling is, de kleine zaal iets groter te maken, tenzij de
mogelijkheid bestaat de grote zaal in tweeën te delen door middel van een
gordijn. Een gasleiding, ten einde ook het geven van cursussen op huis-
houdelijk gebied mogelijkheid te bieden, zal worden aangelegd.
Spreker is verbaasd over het gesprokene door de heer Ir Kooijmans,
die zich afvraagt of het gebouw wel nodig is. Spreker wil er op wijzen,
dat buiten de reeds genoemde doeleinden, het gebouw ook kan worden
benut voor het geven van catechisatie en in de winter voor het houden
van kerkdiensten.
Door de heer Scheer is de idee geopperd om het beschikbare geld het
Rijk aan te bieden voor het bouwen van een nieuw postkantoor. Spreker
wijst er op, dat door hem enige tijd geleden deze zaak reeds met de P.T.T.
is besproken, waarbij hem is toegezegd, dat het de bedoeling is een nieuw
gebouw te stichten of door middel van het aanbrengen van een faqade
het bestaande gebouw een beter aanzien te geven.
De heer Drs Weijers zegt, om misverstand te voorkomen, dat hij van
mening is, dat 60.000.voor dit doel wel goed besteed zal zijn, maar
dat hij vreest, dat hiermede de uitgaven niet zullen ophouden, omdat er
jaarlijks op de exxploitatie veel geld zal moeten worden toegelegd.
Mevr. van Nispen merkt op, dat men niet moet uitgaan van de vraag
of het verenigingsleven in die buurtschap voldoende is om het stichten
van een wijkgebouw te wettigen. Op het gemeentebestuur rust volgens
haar de plicht om het verenigingsleven te stimuleren, hetgeen nooit beter
gedaan kan worden dan door het scheppen van vergaderingsmogelijkheid.
Regeren is nu eenmäal vooruitzien.
De heer Ir Kooijmans zegt, dat als de noodzakelijkheid van dit gebouw
hem zou worden aangetoond, hij con amore vöôr het voorstel zou stem-
men. Spreker heeft echter uit de toelichting op het voorstel niet de nood-
zakelijkheid kunnen lezen. Indien er sprake Is van het isolement van dit
buurtschap, dan was dat z.i. 40 jaar geleden meer het geval dan nu, nu
inmiddels de communicatiemiddelen zoveel beter geworden zijn. Spreker
vraagt zich af of de gemeenschap de kosten mag dragen van het scheppen
van een vergaderruimte, die weinig gebruikt wordt. Hoewel spreker ook
bang is, dat de exploitatiekosten niet zullen meevallen, wil hij wel het
hoofd buigen.
De Voorzitter wijst er op, dat niets zo het verenigingsleven stimuleert
als het binnen het bereik brengen van de verenigingen van gelegenheid
voor het houden van bijeenkomsten.
Spreker zegt mevrouw van Nispen toe, dat de personen die met de
exploitatie van het gebouw zullen worden belast, met de meeste zorg