236
17 December 1953
voordeel van deze ruiling hebben, achtten burgemeester en wethouders
het billijk de kosten over beide partijen te verdelen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteid.
X. AANKOOP VAN DE PERCELEN GLIPPERWEG 21 EN 23.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
112. Aankoop percelen Glipperweg 21 en 23.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XI. BENOEMIN G ONDERWIJZEND PERSONEEL BRONSTEE-
SCHOOL U.L.O.
De voordrachten zijn opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
106. Benoeming onderwijzend personeel Bronsteeschool u.l.o.
De Voorzitter verzoekt de heren van Hees en Drs Weijers met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
Vervulling vacature R. Brouwer.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer Ph. J. Hoedemaeker, vak-
onderwijzer aan een u.l.o. school te Bloemendaal, met algemene stemmen
is benoemd.
Vacature lle leerkracht.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat de heer W. Verhoeven, onder-
wijzer aan een openbare lagere school te Koog aan de Zaan, met alge-
mene stemmen is benoemd.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de benoemin-
gen te doen ingaan op nader door burgemeester en wethouders te be-
palen data.
XII. BENOEMING RENTMEESTER GRONDBEDRIJF.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
110. Benoeming rentmeester van het grondbedrijf.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
De heer Drs Weijers zegt, dat deze benoeming in de commissie voor
het grondbedrijf ter sprake is gekomen. De meeste leden hadden toen
principiële bezwaren tegen deze voordracht, omdat zij de functies van
rentmeester en boekhouder wilden verenigen. Op aandrang van btfrge-
meester en wethouders heeft de commissie de voordracht opnieuw over-
wogen, aangezien burgemeester en wethouders aan het gescheiden houden
van de beide taken de voorkeur blijven geven. De commissie heeft ge-
meend deze gelegenheidsmotieven te moeten laten praevaleren boven de
bestaande principiële bezwaren. Spreker wil onderstrepen, dat hij zich
het recht voorbehoudt te gelegener tijd zijn principiële bezwaren opnieuw
te berde te brengen. Deze afwijking van de oorspronkelijke houding van
de commissie kan bij de goegemeente tot verkeerde opvattingen leiden,
waarom spreker gemeend heeft deze verklaring te moeten afleggen. Door