17 December 1953
231
kas te storten, waardoor o.a. de straatbelasting zou kunnen vervallen.
De heer van der Linden had oorspronkelijk niet de bedoeling over dit
voorstel iets te zeggen, omdat hij er zich volkomen mede kan verenigen.
Maar nu enkele leden hierover hebben gesproken, vraagt hij zich af, of
zij dan vreemdeling in Jeruzalem in casu de toestanden aan de Glip zijn.
Want wie zich even de moeite getroost de omstandigheden ten aanzien
van vergader- en ontspanningsgelegenheid daar nader te bestuderen, zal
ongetwijfeld tot de conclusie moeten komen, dat dit gebouw er nood-
zakeiijk komen moet. Het is toch zo, dat de bewoners van de Glipperbuurt
hiervoor zijn aangewezen op het centrum van de gemeente, omdat zij nu
alleen beschikken over een oude bollenschuur. Zij zijn dus altijd genood-
zaakt per fiets of met de bus te gaan en waar deze bijeenkomsten veelal
in het winterseizoen plaats vinden, zal dit practisch neerkomen op de bus,
hetgeen altijd kosten met zich zal brengen. Dit kan er zeker niet toe
bijdragen dat zij deze gelegenheden veel zullen bezoeken, ook al omdat
de beurzen van de bewoners meest smal zijn. Spreker zou daarom een
warm pieidooi voor dit voorstel willen houden, opdat dit gebouw er zal
komen. Hij zal daarom gaarne zijn stem aan het voorstel geven.
Als de heer Beijnders de tegenstanders van het voorstel van burge-
meester en wethouders hoort, dan komt hij tot de conclusie, dat deze in
hun gedachten 40 jaar terug leven. Maakt men vergelijkingen tussen
hetgeen voor de Glip en voor het overige gedeelte der gemeente wordt
gedaan, dan kan men niet aan de indruk ontkomen, dat de Glip zeer stief-
moederlijk behandeld is. Indien de bewoners van de Glip een feest buiten
het gezin wiilen vieren, dan moeten zij daarvoor grote kosten maken. Ook
de ouden van dagen hebben geen enkele gelegenheid voor verpozing.
Spreker juicht het voorstel van burgemeester en wetliouders dan ook
toe. Als er nog eens een voordeeltje aan de gemeente toevalt, dan dient
dat niet te komen ten faveure van de huiseigenaren, maar van de gehele
gemeenschap.
De Voorzitter zegt, dat het kernpunt bij de beoordeling van het voorstel
van burgemeester en wethouders gelegen is in de vraag: ,,is dit gebouw
noodzakelijk?".
De heer Mr Dr van Bruggen heeft betoogd, dat het niet zo moet zijn,
dat nu maar een bestemming aan het beschikbare geld gegeven moet wor-
den. Dat is hier echter niet het geval. In de toelichting op dit voorstel
schreven burgemeester en wethouders reeds, dat hierdoor zal worden
voorzien in een reeds lang gevoelde behoefte, hetgeen moge blijken uit
het feit, dat in 1939 opdracht werd gegeven tot het ontwerpen van plannen
v°or een dergelijk gebouw. Burgemeester en wethouders hebben zich hier-
bij emstig beraden, waarbij zij tot de conclusie zijn gekomen, dat het
volkomen verantwoord is dit bedrag voor het reeds lang op het programma
staande plan, te bestemmen.
Wij leven in een tijd, dat de band tussen de inwoners en het gemeente-
bestuur steeds losser wordt. Om deze band te versterken, neemt men zijn
toevlucht tot het instellen van wijkraden. Burgemeester en wethouders
hebben een open oog voor het feit, dat de buurtschap de Glip zich, ondanks
dat zij een aparte gemeenschap vormt met een eigen sfeer, verbonden
voelt met Heemstede. Zij kunnen niet gedogen, dat deze band losser zal
worden. De bewoners van de Glip hebben geen punt waar zij samenkom-
sten kunnen beleggen voor het geven van uitvoeringen of het vieren van
familiefeesten. Het te stichten gebouw zal dan ook in een grote behoefte
voorzien.
Het in voorbereiding zijnde uitbreidingsplan voor de Glip beoogt een
verdergaande bebouwing van deze buurtschap, waardoor pl.m. 4000 in-
woners daar hun woonplaats zullen krijgen. Reeds is opdracht verstrekt