'chccl ™c aczcl,de
28 Januari 1954.
Artikel 6.
a°L7e'°T£ SÏÏSS-t'î 'wetS" WrS tt'»er-
indien dit wordt overeengekomen.
Artikel 7.
stand gehouden school afzonderlijlc ffehouden met het verschil in
Bij de lycea zal tevens rekemng worden ge on(Jerscheldene
de herekening van de wettelijke oijuiag
afdelingen.
Artikel 8.
Als uitgaven voor elke school komen in aanmerking:
1,. alle uitgaven g.no.ma in artik. 15,nin,ulea der midd.lb.ar-ona.r-
hei ,nrichten
voor bet huren d. achooilok.i.n .n d. ui.g.ven
van huur en efpacht van terremen;
tratt, enkôaâï Sr ÄS
mZ TZ2 1, tot en met 8. v.rm.ld.
deze zijn verantwoord op ho°fdstu^ J11 vastgesteld of onder de achter-
rekening.
Artikel 9.
op h,t tot.ai van d, ui.g.iren. b.dodd "Sïï.JSS 5
mind.rlng g.br.oht alhÔimvÖns d. i. die r.k.ning
hoofdstuk VIII van de geme achterstallige ontvangsten over
ten behoeve van de school veran^vto schoolgelden en de bijdragen
vorige dienstjaren, met uitzondermg d hoger-onderwijswet,
Artikel 10.
Het bedrag per leerling
school worden vastgesteld dooidelg van eike school door een
school, dat was ingeschreven