28 Januari 1954.
7
p. Verslag kasoverdracht schoolartsendienst, d.d. 14 Januari 1954.
q. Verslag kasoverdracht studiehulp, d.d. 14 Januari 1954.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken a tot en met q voor kennisgeving aangenomen.
r. Mededeling van Gedeputeerde Staten, d.d. 20 Januari 1954, no. 256, dat
zij voornemens zijn over te gaan tot wijziging van de bezoldigings-
regelingen secretarissen en ontvangers van gemeenten per 1 Januari
1954. Verzocht w'ordt hierop voor 1 Maart 1954 het oordeel van de raad
kenbaar te maken.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
besloten aan gedeputeerde staten mede te delen, dat tegen hun voornemen
geen bezwaar bestaat.
III. VOORBEREIDING HERZIENING UITBREIDINGSPLAN VOOR
ZUIDELIJK DEEL DER GEMEENTE.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
2. Herziening uitbreidingsplan.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. VASTSTELLING HERZIENING UITBREIDINGSPLAN BIJ
SPAARNZICHTLAAN. HERZIENING XLVI E.
Het ontwerp-besluit met toelichtende beschrijving is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
8. Vaststelling uitbreidingsplan voor de terreinen zuidelijk van de
Spaarnzichtlaan tussen Heemsteedse Dreef en Landzichtlaan.
Herziening XLVI E.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer Scheer heeft zich, na de gegeven toelichting van de wethouder
in de vergadering van de commissie voor openbare werken, uiteindelijk
r.iet het voorstel verenigd. Spreker wil echter op één ding wijzen. Hier
doet zich n.l. het geval voor, dat het inpandige terrein waarvoor dit uit-
breidingsplan wordt vastgesteld, één geheel uitmaakt met een perceel
aan de Heemsteedse Dreef. Dat perceel is gedeeltelijk bebouwd en gedeel-
telijk onbebouwd. Spreker zou van burgemeester en wethouders gaarne
de verklaring hebben, dat de opneming van het perceel aan de Heem-
steedse Dreef in dit uitbreidingsplan niet zal leiden tot een beperking
van de eigendom van dat. perceel.
De heer Reijnders is van mening, dat de eigenaar van dit perceel geen
enkele bescherming verdient. Deze man richt op het inpandige terrein
loodsen op, die volgens zijn mededeling voor de woning zijn bestemd,
terwijl het in werkelijkheid een timmerfabriek is voor de bouw van wonin-
gen aan de Johan Wagenaarlaan.
De heer Scheer kent de eigenaar niet. Hij weet zijn naam niet eens. Het
gaat spreker om de feiten en niet om de persoon.
De heer van Lent, wethouder, kan de heer Scheer geruststellen. Alleen
het op de kaart groen gekleurde terrein valt onder deze herziening. Het
overblijvende deel van het terrein blijft zoals het is.
De heer Scheer vindt deze verklaring voldoende.