25 Februari 1954.
24
De Voorzitter wil in og-enschouw nemen, dat de heer Drs Weijers nog
niet zo lang deel van de raad uitmaakt, waarom hij hem wel ter wille wil
zijn door hem alsnog gelegenheid te geven zijn vragen te stellen.
De heer Drs Weijers wijst er op, dat zijn vragen slechts informatief zijn
bedoeld. Hij zal nu zijn volgende vragen steilen.
3. Voor de verandering van de keukens van de woningen aan de Banka-
straat is een crediet verleend van 10.875.Is dit bedrag toereikend
geweest Wie zijn voor de onderhandse aanbesteding uitgenodigd Wie
heeft het werk uitgevoerd
4. Bij raadsbesluit van 9 November j.l. is een crediet verleend van
15.000.voor de aankoop van een vrachtauto voor openbare werken.
Is dit crediet opgebruikt? Welk merk auto is aangekocht en op wiens
advies? Wie is de leverancier?
5. Vlak voor de feestdagen van Kerstmis zijn bij openbare werken
enige losse werklieden ontslagen. Is dit ontslag een gevolg van het uit-
geput zijn van de bij begroting beschikbaar gestelde gelden? Willen bur-
gemeester en wethouders opdracht geven, dat ontslag aan losse werk-
lieden niet meer vlak voor feestdagen wordt verleend
6. Spreker heeft vemomen, dat het in het voomemen ligt het salaris
van de wethouders te verhogen. Waarom is deze zaak niet in de raad
gebracht
De heer Mr I)r van Bruggen zegt, dat het gebruikelijk is, dat dergelijke
vragen schriftelijk aan burgemeester en wethouders worden gesteld of
dat burgemeester en wethouders met het voomemen tot het stellen van
bepaalde vragen, in kennis worden gesteld. Men mag niet verwachten,
dat burgemeester en wethouders l'improviste op alle vragen antwoord
kunnen geven. Wat de laatste vraag betreft, zegt spreker, dat er ten
aanzien van de wethouderssalarissen overleg gaande is. Op deze vraag
kan van het college van burgemeester en wethouders moeilijk antwoord
worden verwacht, omdat de wethouders zich in deze kwestie moeten dis-
tanciëren. Het initiatief tot verhoging van de salarissen van de wethouders
behoort aan de burgemeester.
De Voorzitter onderschrijft het gesprokene door de heer Mr Dr van
van Bruggen. Spreker hoopt, dat deze gang van zaken de heer Drs Weijers
tot lering zal strekken, zodat, indien de heer Drs Weijers in het vervolg
vragen wil stellen, hij ze te voren bij burgemeester en wethouders zal
indienen.
De heer Reijnders verzoekt de Voorzitter beleefd op de vraag van de
heer Drs Weijers inzake de wethouderssalarissen geen antwoord te geven,
omdat dit verstrekt zal worden door instanties, die met deze kwestie
doende zijn.
De Voorzitter zegt, dat hij ten aanzien van de wethouderssalarissen het
initiatief heeft genomen om daarin verbetering te brengen. Hierover is
thans schriftelijk overleg met gedeputeerde staten gaande.
In antwoord op de eerste vraag van de heer Drs Weijers zegt de heer
Mr van Wijk, wethouder, dat ten aanzien van de voorzienlng in de vaca-
ture van chef van de afdeling financiën, de gebruikelijke maatregelen zijn
genomen. Er zijn een aantal sollicitanten opgeroepen, zelfs meer dan ge-
woonlijk, om zodoende de beste ambtenaar te krijgen die beschikbaar was.
Om een juiste keuze te kunnen maken is het college niet alleen afgegaan
op eigen inzicht, maar het heeft over de sollicitanten ook de mening
gevraagd van andere bevoegden. Naar sprekers mening is inderdaad de