OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gemeente Heemstede
op Donderdag, 18 Maart 1954, des v.m. om 9.30 uur.
18 Maart 1954.
26
Voorzitter: de heer Mr A. G. A. ridder van Rappard, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: Mevr. J. van Nispen-van Wely en de heren
0. A. Brink, Mr Dr J. van Bruggen, K. J. Dijkstra, W. J. van Hees,
A. C. Hopstaken, Ir J. Kooijmans, N. J. van der Linden, W. J. Reijnders,
M. D Scheer, Th. J. H. Verhoeven, A. J. J. Verspoor, Drs M. Weijers, Mr
J. H. G. Zeelenberg, P. Zegwaart en de wethouders H. J. W. B. Disselkoen,
A. J. van Houten, E. J. van Lent en Mr O. H. van Wijk.
Secretaris: de heer T. M. Schelling.
De Voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
De heer Mr Dr van Bruggen wordt door het lot aangewezen om bij
eventuele stemmingen het eerst zijn stem uit te brengen.
AGENDA:
1. Vaststelling notulen der vergadering van 25 Februari 1954.
2. Bedrijfs- en gemeentebegroting 1954.
I. VASTSTELLING NOTULEN DER VERGADERING
VAN 25 FEBRUARI 1954.
Naar aanleiding van een opmerking van de heer Zegwaart, stelt de
Voorzitter voor, de laatste alinea van blz. 23 te lezen als volgt: ,,De heer
Zegwaart zegt, dat de heer Drs Weijers wel geen debat wenst, doch dat
dit toch niet kan worden voorkomen. Voorts meent spreker, dat de vragen
schriftelijk hadden moeten zijn ingediend."
De notulen worden vervolgens, met inachtneming van de voorgestelde
wijziging, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De heer Drs Weijers wil, naar aanleiding van de notulen, een verklaring
afleggen. Spreker wil allereerst zijn dank betuigen voor de uitvoerige
schriftelijke beantwoording van de door hem in de laatste vergadering
gestelde vragen. Hij had niet bedo<ild, dat de beantwoording zö uitvoerig
zou zijn. Hij is daarover zeer tevreden. Het is bij het stellen van de vragen
niet zijn bedoeling geweest enigerlei persoon te kwetsen of te beledigen.
Als iemand zich toch gekwetst gevoelt, dan wil spreker zeer beslist ver-
klaren, dat dit geenszins zijn opzet was. Na afloop van de vorige ver-
gadering is hem door een der leden gevraagd zijn wantrouwen toch te
laten varen. Spreker verklaart, dat hij de vragen niet uit wantrouwen
heeft gesteld. Als raadslid heeft hij alleen geïnformeerd naar wat heeft
plaats _gevonden. Hij moet dat wel zö doen, omdat hij niet in alle raads-
commissies zitting heeft. Z.i. had in dit geval met een mondelinge beant-
woording kunnen worden volstaan. Het is niet noodzakelijk dat een cor-
respondentieclub ontstaat. Tenslotte wil spreker, omdat hij daar in de
vorige vergadering geen gelegenheid voor had, nu de Voorzitter alsnog
dank brengen voor de toegevendheid om toch gelegenheid te geven zijn
vragen te stellen.
De Voorzitter zegt de heer Drs Weijers dank voor diens verklaring.