58 1 Juli 1954. a. de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat de panden waarvoor de geld- leningen worden aangegaan, tijdens de duur van de borgtochtover- eenkomst zodanig tegen brandschade zijn en blijven verzekerd, dat de kosten van herstel of wederopbouw volledig uit de assurantie- penningen kunnen worden voldaan. Zolang de gemeente garant is, heeft de Bouwkas zorg te dragen, dat ingeval van brand de betreffende panden hersteld of herbouwd worden. Bij de verzekering moet het beding, bedoeld in art. 297 van het Wet- boek van Koophandel worden gemaakt; b. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst ten aanzien van een bepaald pand aan haar verplichtingen als borg heeft voldaan en derhalve in de rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot executie van het betrekkelijke onderpand over te gaan, onder ge- houdenheid van de gemeente om uit de opbrengst van dit onderpand in de eerste plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom en kosten, welke de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van de bovenomschreven hypothecaire geldlening van de bouwspaarder heeft te vorderen en zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende voor zover de gegeven garantie haar daartoe ver- plicht tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen c. de Bouwkas zai de gemeente ervan in kennis stellen wanneer de bouwspaarders met de betaling van hun maandelijkse termijnen meer dan twee maanden achterstallig zijn; d. tenzij de bouwspaarders op hun aflossingsplan door extra stortingen reeds zover zijn vooruitgelopen, dat door uitstel geen achterstand op het aflossingsplan ontstaat, zal de Bouwkas geen uitstel van betaling van één of meer maandelijkse termijnen toestaan dan na overleg met de gemeente; e. voor het geval de bouvyspaarders in de tijdige betaling van rente en aflossing in gebreke blijven, verbindt de Bouwkas zich niet tot exeeutie van het onderpand over te gaan, dan na verkregen toestem- ming van de gemeente, met dien verstande, dat deze toestemming niet meer vereist is, indien de bouwspaarders gedurende tenminste één jaar in de tijdige betaling van rente en aflossing in gebreke blijven. In deze tussentijd zullen de door de bouwspaarders verzuimde betalingen door de gemeente worden voldaan; mocht executie nodig zijn om andere redenen dan niet tijdige betaling van rente en af- lossing, dan zal de Bouwkas de gemeente hiervan onmiddellijk in kennis stellen; f- de gemeente doet afstand van het recht van uitwinning en schuld- vergelijking door de wet aan borgen toegekend, alsmede van de in art. 1466 en 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende bevoegdheid g. de bouwspaarders zullen rente en aflossing van de ontvangen lening in door de Bouwkas op annuïteitsbasis vast te stellen termijnen voldoen; h. de premie, die door het Rijk ingevOlge de Premie- en Bijdragerege- ling Woningbouw 1953 voor de stichting van de betrokken gebouwen wordt uitgekeerd, zal buiten deze borgtocht vallen;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1954 | | pagina 9