30 September 1954.
191
2. Voortgang van het bouvven van 48 wontngen in de Waterbouwkundi-
genbuurt.
Zeer tot onze sprjt ondervindt de uitvoering van het bouwplan ernstige
vertraging. Deze vertraging moet o.i. wel onvermijdelijk worden genoemd,
wanneer wij aandacht schenken aan het door de Regering inzake de
v/oningbouw gevoerde beleid. Wat toch is het geval? Het aantal woningen
in uitvoering werd te hoog opgevoerd, waardoor een nijpend tekort ont-
stond zowel aan vakbekwame werklieden als aan verschillende bouw-
materialen, zoals bakstëen, dakpannen, sanitair e.d. De timmerfabrieken
bleken door overbezetting met werk, niet in staat om kozijnen, deuren en
ramen op tijd te leveren.
Door deze omstandigheden treedt niet älleen een directe vertraging van
het werk op, maar wordt bovendien een juiste organisatle van het bouw-
werk onmogelijk gemaakt. Wij noemen U slechts de volgende voorbeelden.
Het metselwerk stagneert omdat de kozijnen er niet zijn; het maken van
betonvloeren moet wachten omdat de timmerlieden, die de bekisting
moeten stellen, ontbreken; de metselaars kunnen niet voort, omdat de
vloeren niet klaar zijn. Bij het afwerken der woningen behoren de werk-
zaamheden van stucadoors en schilders in elkaar te worden gepast, om
een economisch en vlot verloop te hebben.
Door dit regeringsbeleid zijn niet alleen de zwarte lonen in de hand
gewerkt, maar is ook aan de arbeiders een gezonde prikkel tot een goede
arbeidsproductiviteit ontnomen.
Een te grote vraag naar arbeidskrachten, gepaard aan een desorgani-
satie op het bouwwerk, deze beide factoren beïnvloeden de arbeidsproduc-
tiviteit ongunstig, tot schade aan de woningproductie, tot schade van de
opdrachtgever, tot verlenging van de woningnood, tot financiële schade
ook aan de gemeenschap en aan de aannemer.
De overspanning van de woningbouw is met cijfers van het Ministerie
duidelijk aantoonbaar. Midden 1952 waren de arbeidsmarkt voor de
woningbouw en de materiaalvoorziening tamelijk in evenwicht. In Noord-
holland, behalve Amsterdam, waren toen, per 1 Juli 1952, totaal 5025
woningen in uitvoering. De gemiddelde bouwtijd bedroeg toen ongeveer
11 maanden. Ten tijde van de aanbesteding van het beschouwde complex
van 36 etagewoningen en 12 eengezinswoningen. 1 October 1953, was dit
aantal reeds gestegen tot 6890 woningen, dat is met 36 Ondanks de
hierdoor veroorzaakte spanning op de bouwmarkt is het de gemeente
gelukt, door onderhandse aanbesteding, het werk tegen een voordelige
prijs te plaatsen bij de aannemer J. J. Boot. Sindsdien is het kwantum
woningen in uitvoering echter nogmaals toegenomen, tot 8971 per 1 Augus-
tus 1954, overeenkomend met 178 van het aantal per 1 Juli 1952.
Bovendien is door de zuigkracht van Amsterdam, met zijn sterke bouw-
activiteit in de Slotermeerpolder, de toestand nog zeer verscherpt.
Het behoeft geen betoog, dat met dit beleid een onhoudbare toestand
is geschapen, voor welks gevolgen ons college niet verantwoordelijk ge-
steld kan worden.
De maatregelen van de regering tegen dit euvel zijn in hoofdlijnen
tweeërlei. Eerst worden niet urgente werken, buiten de woningbouw en
met bouwsommen boven f 100.000.of f 50.000.in sommige gevailen,
afgeremd. Volgens ingewonnen informatie bij het C.B.S. betreft dit een
bedrag van 50 60 millioen gulden, dat vertraagd wordt uitgegeven,
tegenover een bedrag van 406 millioen gulden voor de woningbouw; alles
per jaar gerekend. Het effect blijft dus aanmerkelijk beneden 14 wel-
licht op de helft daarvan.
De tweede maatregel bestaat in het vasthouden van de door het Mi-