30 September 1954.
197
Bij de heer van der Linden is de vraag gerezen, of de commissies van
openbare werken en volkshuisvesting dan al die tijd hebben zitten slapen.
Zou er dan van die kant nooit aan dit vraagstuk aandacht geschonken
ziin' Spreker heeft in diverse commissie-vergaderingen aan de wethouder
gezegd, dat het wel nodig was uit te kijken, want dat het de verkeerde
kant uitging. De wethouder heeft toen hetzelfde gezegd wat nu in de nota
staat. Stagnatie in de bouw en moeilijkheden met het uitbreidingsplan
Wat hebben we aan plannen als deze niet tot uitvoering kunnen komen
Dit antwoord heeft de heer Reijnders bij herhaling, verduidelijkt en aange-
vuld, gehoord. Spreker is verbaasd, dat de heer Reijnders daarop nog
eens'uitdrukkelijk terugkomt. Hij was op de hoogte.
Spreker zal op de bewering van de betaling van zwarte lonen niet
ingaan. Wel echter op de zinsnede, dat aan de arbeiders een gezonde
prikkel tot een goede arbeidsproductiviteit wordt ontnomen, want spreker
heeft deze op zijn fatsoen getrokken. Hij heeft zich afgevraagd of hij
daar ook toe behoort. Niet allen in de bouwvakken krijgen zwarte lonen.
In Heemstede is dat niet aan de orde, noch is hier sprake van een ver-
minderde arbeidsproductiviteit. Men gebruikt dit argument, omdat dit
vandaag aan de dag mode is. Spreker zal hier verder niet op mgaan,
omdat het er hier de plaats niet voor is. Alles was geen nieuws en meer
een vragen naar de bekende weg. Over de bedoeling van het stellen der
vragen zal spreker zijn gedachten maar niet uitspreken.
De heer Ir Kooijmans was deze zaak ook niet vreemd Spreker sluit
zich aan bij het gesprokene door de heer van der Linden, dat deze zaak
meermalen in de commissie is behandeld. Men moet oppassen, dat bij het
plannen maken de zaak niet over het hoofd groeit. Spreker heeft wel eens
de indruk, dat een en ander wat langzaam gaat. Ook buiten de raad vraagt
men daar wel eens naar. Als de toestemming voor het uitbreidingsplan
aan de Glip afkomt, zou het wel verstandig zijn als de plannen gereed
liegen.
Spreker heeft zich afgevraagd, of het geen aanbeveling verdient de
woningbouwverenigingen in te schakelen. Het is spreker bekend, dat in
een andere plaats 360 woningen door een bepaalde woningbouwveremgmg
zijn gebouwd. Hier is daar tot nu toe niets aan gedaan. Spreker weet de
moeilijkheden wel. Het contact tussen leden en bestuur van de woning-
bouwvereniging is de laatste tijd minder geworden. Bovendien bestaat er
minder zeggenschap bij de toewijzing van woningen. Als het mogelijk îs
woningbouwverenigingen in te schakelen, zal de zorg van de gemeente
ten aanzien van de woningbouw verminderen.
De heer van Lent, wethouder, begrijpt niet, dat de heer Verspoor niet
tevreden is met dit antwoord van burgemeester en wethouders op zijn
vragen. Burgemeester en wethouders hebben gemeend in deze materie
een ruim inzicht te moeten geven en dat niet alleen aan de leden van de
commissies van openbare werken en de volkshuisvesting, maar aan alle
raadsleden. Burgemeester en wethouders dachten, dat hun nota alle ge-
gevens bevatte, die voor een juist inzicht in de materie nodig zijn.
De grootste moeilijkheid, die bij de bouw van woningen wordt onder-
vonden, is het totaal gebrek aan bouwgrond, hetwelk is ontstaan door
het ontbreken van een goedgekeurd uitbreidingsplan. Elk nog aanwezig
stukje grond moet nu benut worden.
De heer Mr Dr van Bruggen heeft er op aangedrongen te trachten tot
minnelijke overeenstemming met de planologische dienst te komen inzake
het uitbreidingsplan. Burgemeester en wethouders zijn daar hard mee bezig.
Allereerst is, ter bespoediging, gestreefd naar overeenstemming met de
planologische dienst inzake het uitbreidingsplan in hoofdzaak. Over het
plan aan de Glip wordt apart onderhandeld. Het overleg daarover ver-
keert in een vergevorderd stadium. Met het ingediend plan kan de plano-