116
2e Afd.
28 October 1954.
GELDLENING 500.000,-
De Raad der gemeente Heemstede;
gehoord het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
BESLUIT:
ten laste der gemeente Heemstede een geldlening aan te gaan groot
/500.000.tegen een koers van 100 op te nemen op 15 November 1954
en verder op de grondslag van de navolgende voorwaarden
1. De gemeente verbindt zich om over het onafgeloste bedrag der lening
een rente te betalen, berekend naar drie en drie achtste procent
per jaar, vervallende in half jaarlijkse termijnen telkens op 15 Mei en
15 Novembér, voor het eerst op 15 Mei 1955 over het alsdan ver-
schenen tijdvak, te rekenen vanaf de datum van uitbetaling der
gelden.
2. De gemeente verbindt zich om het bedrag der lening pari terug
te betalen in veertig jaarlijkse termijnen, telkens op 15 November,
te beginnen op 15 November 1955, t.w. in de jaren 1955 t/m 1994
12.500.per jaar.
3. Van 15 November 1964 tot 15 November 1969 heeft de gemeente het
recht op de aflossingsverschijndata met inachtneming van een op-
zegtermijn van 3 maanden, meer dan de sub 3 genoemde jaarlijkse
bedragen af te lossen, of wel tot gehele aflossing over te gaan, doch
moet zij, wanneer van dit recht gebruik wordt gemaakt, over en
tegelijk met hetgeen boven de onder 2 genoemde bedragen wordt
afgelost IV2 extra betalen.
4. Op of na 15 November 1969 is het de gemeente geoorloofd op de
aflossingsverschijndata met inachtneming van een opzeggingstermijn
van 3 maanden, het restant der lening geheel of gedeeltelijk af te
lossen, onder betaling van een vergoeding van 1 voor deze ver-
vroegde aflossing. Vöör 15 November 1964 zal dus geen vervroegde
of versterkte aflossing plaatsvinden.
5. Alle betalingen zullen zonder kosten voor de geldgeefster worden
gedaan te haren kantore te Amsterdam of daar waar de geldgeefster
dit zal bepalen, terwijl geen kwijting zal kunnen worden gevorderd
voor en aleer de verschuldigde bedragen in het bezit van de geld-
geefster zijn.
6. Indien enige termijn van rente en/of aflossing niet op de verschijndag
als bovenomschreven mocht zijn betaald, dan vermeerdert het niet-
betaalde bedrag met een boete van per maand, een ingetreden
maand voor een volle gerekend en wordt al het verschuldigde ter-
stond en ineens opvorderbaar. De gemeente zal ingebreke zijn door
het enkel verloop van de bepaalde termijn zonder ingebrekestelling.
De geldgeefster blijft daarenboven geheel vrij, indien enige voor
rente en/of aflossing verschuldigde som niet op de bepaalde tijd
mocht worden betaald, onverwijld alle zodanige maatregelen te
nemen tot behoud van hare rechten of tot verhaal van hare vordering
als de wet te harer beschikking stelt en haar nodig of nuttig zullen
voorkomen.
7. Op verzoek van de geldgeefster zal de gemeente jaarlijks vôör of op
15 Januari een door de geldgeefster te verschaffen saldo-biljet ver-
meldend het op ultimo December daaraan voorafgaand aan haar nog