2 December 1954. 244 lijk nemen dat deze zaak principieel wordt besproken. Zeer zeker zit er iets in het standpunt van de heer Mr Zeelenberg. De kwestie is, dat de bestaande commissie door de raad is benoemd, terwijl de gevolgde prak- tijk al die jaren heeft gegolden. Dit moet men niet uit het oog verliezen. Dit jaar is alleen een nieuw facet belicht. Spreker zou zich kunnen in- denken, dat het volgend jaar, bij de benoeming van de commissie hiermede rekening wordt gehouden en een commissie wordt benoemd uitsluitend voor vordering. Spreker meent te mogen betwijfelen of er op het ogenblik een meerderheid voor te vinden zou zijn. Natuurlijk doet zich dan de strijdvraag voor, of burgemeester en wethouders desalniettemin niet aan deze zelfde commissie kunnen vragen om hen inzake verdeling van woon- ruimte te adviseren. Men kan het burgemeester en wethouders niet euvel duiden dat zij, gezien de bestaande jarenlange praktijk, menen, dat het op het ogenblik niet de tijd is hier verandering te brengen. Een ding heeft verhelderend gewerkt, niet alleen voor de raad maar tevens voor burge- meester en wethouders, n.l. het aantal leden dat in de woonruimte- commissie kan worden benoemd. In deze heeft het college een fout begaan, althans geen open oog gehad voor de realiteit. Burgemeester en wethou- ders hebben n.l. indertijd gezegd, dat het aantal leden der commissie beperkt moest biijven tot vijf, zodat de bedoelde dame alleen als adviseuze zitting kon nemen. Deze fout, die van vôôr sprekers tijd dateert, wil spreker gaarne toegeven en daarbij de toezegging doen, dat deze dame als volwaardig lid in de adviescommissie kan zitting nemen. Als een eigenaar zijn huis leeg kan verkopen, dan is dat in zijn belang. Dat is geen doodzonde, men mag zeer zeker voor zijn belangen opkomen. Indien men het met een genomen beslissing niet eens ls, dan behoeft men zich niet te wenden tot dezelfde commissie, zoals de heer Drs Weijers meent, maar ka.n men zich richten tot burgemeester en wethouders. Het coilege zal, als er bijzondere omstandigheden zijn, zeer zeker met de be- langen van de eigenaar rekening houden. Dit is tot nu toe ook vele maien gebeurd. Het is geen theorie maar praktijk. Spreker gelooft dat dit hier heel goed moet worden onderstreept. Ook spreker lijkt het fout om in dit college een persoonlijk belang of een persooniijke teleurstelling naar voren te brengen, zoals de heer Scheer heeft gedaan. Spfeker hoopt dat de heer Scheer dit niet heeft bedoeld. Waar de heer Scheer er over sprak, dat tallozen dezelfde ondervinding hebben als hij, merkt spreker op, dat hij niet gelooft, dat dit het geval is. Wel kunnen er zich meerderen gedupeerd gevoelen, maar de vraag of dit terecht is kan slechts beantwoord worden als men weet wat in elk geval moet praevaleren. Wel meent spreker dat dit zo enigszins mogelijk het hulsvestingsbelang moet zijn. Spreker wil hiermede de beraadslagingen sluiten, het aan de raad overlatende om in de komende maand September eventueel rekening te houden met de wensen die naar voren zijn gebracht. III. VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAG UITGAVEN OVER 1953 VOOR OPENBAAR LAGER ONDERWIJS. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 135. Voorlopige vaststelling bedrag uitgaven over 1953 voor openbaar lager onderwijs. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1954 | | pagina 9