6 Januari 1955. 7 preventief en repressief optreden zeer veel van de capaciteiten van geest en lichaam harer leden vergt. Het verkeer neemt steeds toe en met de groei van deze omvang wordt de taak van de verkeerspolitie omvangrijker. Op 1 Januari jj. kon de vlag worden uitgestoken, omdat voor het eerst sinds jaren een jaar werd afgesloten waarin geen doden te betreuren vielen als gevolg van verkeersongevallen. Een woord van bijzondere dank past mij ook te brengen aan de reserve-politie, wier leden zich belangeloos voor het algemeen belang inzetten. Het contact met de beroeps-politie is buitengewoon goed. In voorkomende gevallen wordt nimmer tevergeefs een beroep op de reserve-politie gedaan. Tenslotte wil ik mijn erkentelijkheid uitspreken jegens de Pers voor de door haar steeds weer opnieuw betoonde belangstelling voor de gang van zaken onzer gemeente. Mevrouw, mijne heren, Hiermede ben ik aan het einde gekomen van deze summiere rede. Wij staan thans weder aan het begin van een nieuw jaar. Het zal ongetwijfeld zijn moeilijkheden brengen, doch deze zijn er om tot een oplossing te worden gebracht. Laten wij, in eendrachtige samenwerking, met eerbiedi- ging van elkanders eerlijke overtuiging voortgaan te werken in het belang van Heemstede, dat ons allen lief is. Geve God daarop zijn onontbeerlijke zegen. Ik dank U voor Uw aandacht. De heer Beijnders, nestor van de raad, antwoordt als volgt ,,Mijnheer de Voorzitter, U staat mij wel toe, dat ik eerst even persoon- lijk tot U spreek. Ik dank U en mijn medeleden van de raad recht hartelijk voor de belangstelling die U hebt betoond gedurende de ziekte van mijn vrouw en het medeleven dat U mij hebt betoond gedurende deze periode. Gode zij dank, is zij hersteld. Ik begrijp wel dat mijn antwoord op de rede van de burgemeester in algemene zin moet worden gehouden. Het viel mij op, Mijnheer de Voor- zitter, dat U opzettelijk iets weggelaten hebt. U hebt zo mooi de Chinese driehoek genoemd en U hebt zo prachtig de „choc des opinions" aangehaald. Nu zal het wel zijn omdat U er dagelijks tegenover zit, doch achter deze twee hoort, „maar als er geen wijz§n raetslagen en zijn, vervalt het volk". Ik ben met U blij, dat de financiën reden tot blijheid geven. Ik ben met U bezorgd over de woningbouw. U was zeer matig in de behandeling van dit onderwerp. In die matige zin wil ik blijven. Maar toch kan ik niet nalaten tegen de rijks- en provinciale overheid of tegen ons gemeente- bestuur te zeggen, bouwt, bouwt, bouwt tegen volksvijand no. I, Ten slotte wens ik de raad dezelfde bedachtzaamheid bij zijn beraad- slagingen toe, ook mezelf, die U in Uw nieuwjaarsrede tot uiting heb gebracht. Deze bedachtzaamheid stemt ons tot nadenken. Wij danken met U alle gemeenteambtenaren en -werklieden, die ook wij graag in één woord willen noemen, voor hun medewerking en ten slotte moge ik U en Uw gezin toewensen, dat de Almachtige U in 1955 nabij zal zijn." De Voorzitter dankt de heer Reijnders voor deze uit zijn hart gegrepen woorden. I. VASTSTELLING NOTULEN DER VERGADERING VAN 2 DECEMBER 1954. Deze notulen worden, zonder hoofdelijke stemming, ongewijzigd vast-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 7