6 Januari 1955.
9
weg wordt opgegaan als met het ambtenarenreglement, n.l. dat de zaak
voor een gewoon mens niet meer uit elkaar te houden is. Hij verzoekt om,
indien weer een wijziging wordt voorgesteld, de verordening dan opnieuw
vast te stellen, zodat alle wijzigingen daarin zijn verwerkt.
Voorts vraagt spreker hoe het komt dat <îe clrculaire van de Minister
van 1 November 1954 nog niet aan de orde is gesteld. Spreker heeft zich
afgevraagd of ook hier niet een beetje taktiek in het spel is.
De heer Mr Dr van Bruggen kan zich volkomen bij de heer Zegwaart
aansluiten.
Minister Colijn heeft eens gezegd: „Wanneer we een wijziging van de
salarisregeling voorbereiden, dan moeten we daarbij hebben een hoog-
leraar in de rechtswetenschappen en een hoogleraar in de wiskunde."
Spreker heeft b.v. geprobeerd het in raadsstuk la voorkomende bedrag
van /7.56 terug te rekenen, maar het is hem volkomen onduidelijk ge-
bleven waaruit dit bedrag ontstaan is. In het algemeen wil spreker zeg-
gen, dat door de vele wijzigingen de materie volkomen onoverzichtelijk
wordt. Het zou een grote zegen zijn wanneer dit zodanig werd verwerkt
dat alles beter begrepen kan worden.
De Voorzitter zegt dat hij wegens afwezigheid van de betrokken wet-
houder de gestelde vragen zal beantwoorden. Spreker moet toegeven dat
het zeer onoverzichtelijk is als in een verordening of regeling vele wijzi-
gingen zijn aangebracht. Spreker gelooft wel, dat er onderscheid dient te
worden gemaakt tussen de bezoldigingsregeling en een nieuw ambtenaren-
reglement. De bezoldigingsregeling zal in de toekomst door incorporatie
of ontknikking of andere opslagen nog wel meerdere malen gewijzigd
moeten worden, zodat deze altijd wel tamelijk onoverzichtelijk zal blijven.
Wat de herziening van het ambtenarenreglement betreft, kan spreker
mededelen, dat ook van de zijde van gedeputeerde staten op het ontwerpen
van een nieuw reglement is aangedrongen. Hierover dient uitvoerig over-
leg te worden gepleegd met de organisaties enz., zodat dit niet in enkele
ogenblikken voor elkaar kan zijn. Spreker durft dan ook geen termijn te
noemen waarbinnen het nieuwe ambtenarenreglement gereed zal zijn.
Burgemeester en wethouders zullen echter hierin volkomen diligent zijn
en blijven of worden.
Het bedrag van 7.56, dat door de heer Mr Dr van Bruggen niet ont-
cijferd kan worden, wordt gevormd door 6 van een maximum van
126.van 3 standplaatsaftrek.
De ontwerp-besluiten worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
IV. CREDIET VOOR SCHOOLMEUBELEN VOORWEGSCHOOL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
ondêr volgno.
3. Schoolmeubelen Voorwegschool.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
De heer Ir Kooijmans heeft geen enkel bezwaar tegen het uitgeven
var, dit bedrag voor vernieuwing van schoolmeubelen, omdat deze ver-
vanging blijkbaar nodig is. De wijze waarop deze vervanging plaats vindt,
kan spreker echter niet waarderen. Hij moet toegeven, dat er iets aan-
trekkelijks in zit om in de klas stoelen en tafeltjes te hebben. De motieven
die het hoofd van de school daarvoor aanvoert kan spreker wel aan-
vaarden. Daarom ook hebben verschillende scholen deze sets ingevoerd.
Maar er zijn andere bezwaren aan verbonden, die zodanlg zijn dat men