■B
K S- W. m. a
31 Maart 1955.
123
gebouw als representatief gedeelte wordt benut. AIs er een opdracht
gegeven wordt voor een administratiegebouw zonder meer, dan is het een-
voudig om een kostenbegroting te maken. Zoals de opdracht echter thans
luidt, is het voor openbare werken onmogelijk om met enige kans van
zekerheid te zeggen wat het moet kosten. De benodigde oppervlakte is wel
bekend, maar het hangt er helemaal vanaf hoe de plannen worden uitge-
werkt. Spreker is het daarom met die heren eens die geen bedrag willen
noemen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XXVI. BEGROTINGSWIJZIGINGEN 1955.
a. besluit model D no. 1, tot wijziging der gemeente-begroting 1955,
aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van
6339,81 en in uitgaven een vermeerdering van 16.939,62 en een ver-
mindering van 10.599,81 en voor de kapitaaldienst in inkomsten een
vermeerdering van 15.839,81 en in uitgaven een vermeerdering van
/65.241,45.
b. besluit model D no. 2, tot wijziging der gemeente-begroting 1955,
aangevende voor de gewone dienst in uitgaven een vermeerdering en
vermindering van 500,
De Voorzitter deelt mede, dat hierbij rekening zal worden gehouden
met de door de financiële commissie in haar advies gemaakte opmerking.
De ontwerp-besluiten worden vervolgens, zonder hoofdelijke stemming,
vastgesteld.
XIV. JAARWEDDEREGELING AMBTENAREN.
XVII. le WIJZIGING JAARWEDDEREGELING AMBTENAREN.
De voorstellen met ontwerp-besluiten zijn opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgnos.
28.
41.
Jaarweddergeling ambtenaren.
le Wijziging jaarwedderegeling ambtenaren.
De Voorzitter deelt mede, dat het advies van de commissie voor het
georganiseerd overleg bij de stukken heeft gelegen.
De heer Scheer kan zich in het algemeen met de voorstellen verenigen.
De opheffing van de functie van adjunct-directeur van openbare werken
zou spreker willen ontraden. In de eerste plaats uit technische over-
wegingen. De titel van adjunct-directeur zegt toch iets meer dan dat die
functie wordt geklasseerd in algemene rangen. Spreker weet wel dat de
persoon in kwestie de adjunct-directeur blijft, maar officieel wordt in het
vervolg gesproken van technisch hoofdambtenaar B en dat vindt spreker
niet aan te bevelen.
Voorts heeft spreker goede reden om aan te nemen dat de functie van
technisch hoofdambtenaar B bij hoger gezag bezwaar zal ontmoeten,
want zij is bij het Rijk niet bekend. Spreker vreest dan ook, dat bij aan-
neming van dit voorstel daar later op terug zal moeten worden gekomen.
Hetzelfde zou spreker willen opmerken ten aanzien van hoofdcommies B.
Wel zijn beide functies terecht aan elkaar gekoppeld. Het is echter een
zaak van de betrokken wethouder of hij voor dit argument wil zwichten.
Verder vraagt spreker of de laatste 6 verhoging nog bij de genoemde
bedragen moet worden gerekend.
De heer Ir Kooijmans acht het nodig een andere indeling te maken.