■I
wm
r':i
MÊÊ
ar
i
31 Maart 1955.
125
tuurliik kan de adjunct-directeur van openbare werken deze titel blijven
voeren, al staat deze niet met zoveel woorden in deze regeling.
De heer Scheer heeft gevraagd of de rangen technisch hoofdambtenaar
A en B zullen worden aanvaard. Het leek het college dat, wat in de
administratieve rangen kon, ook in de technische mogelijk moet zijn.
Mochten er wel bezwaren rijzen, dan zullen deze opgelost moeten worden,
maar het college gelooft niet dat zich hierbij onoverkomelijke bezwaren
zullen voordoen. Zo is het ook met hoofdcommies B. Volgens een sug-
gestie van de minister mag er tenslotte een nieuwe rang worden gecre-
eerd. Voor die rang moest een naam worden bedacht en zo is hier hoofd-
commies B ingevoegd. Burgemeester en wethouders delen dus niet de
vrees voor de bezwaren die eventueel zouden kunnen komen.
In antwoord op de vraag van de heer Scheer zegt spreker, dat de 6
niet in de bedragen zijn begrepen.
De heer Ir Kooijmans meent dat de klassen IX en X zouden kunnen
worden samengevat. Het minimumsalaris voor technisch ambtenaar îs
juist verlaagd om aansluiting te krijgen aan de rang van adjunct-tech-
nisch ambtenaar, welke een stagerang is naar technisch ambtenaar.
Voorts heeft de heer Ir Kooijmans de suggestie gedaan om de zuster
gezondheidshuis te plaatsen in klasse IV. Spreker kan daar op dit moment
nog niet veel van zeggen. Het college zal deze suggestie in zijn geheel
onder ogen zien.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Verspoor over de sala-
rissen van directeuren, zegt spreker, dat ook het college van oordeel îs,
dat deze salarissen van rijkswege maar al te zeer gebonden worden aan
andere salarissen. Bij een vroegere gelegenheid is al eens gebleken, dat
het coliege gaarne wat ruimer armslag in deze zou willen hebben. Die
armslag bestaat op dit moment niet en het zou weinig zin hebben om
deze functies los te maken van regelingen die meer of min bindend zijn
en onze wensen om te zetten in zaken waarvan we moeten aannemen
dat ze niet zullen worden goedgekeurd. Met betrekking tot de direeteur
der bedrijven is al wat speling genomen. Dat kan verantwoord worden,
omdat de werkzaamheid der bedrijven zich ook over Bennebroek en een
deel van Bloemendaal uitstrekt.
Voorts heeft de heer Verspoor het college gewezen op de toepassmg
van deze regeling, wat natuuriijk een kwestie op zichzelf is. Het spreekt
vanzelf, dat men geen regeiingen maakt zonder de oprechte wens om
deze naar billijkheid toe te passen en het eollege is zeer zeker besloten
om dat te doen. Mochten er groepen aangetroffen worden die gekwali-
ficeerd moeten worden als vergeten groepen, dan zullen zij hierbij zeer
zeker niet vergeten worden.
Op de vraag van de heer Brink ten aanzien van klasse XV antwoordt
spreker, dat klasse XV genoemd in raadsstuk 28 vervalt. Volgens raads-
stuk 41 wordt klasse XVI vernummerd in XV, waarna de directeur der
sportbedrijven hierin wordt opgenomen. De enigszins wonderlijke proce-
dure van het vaststellen van een regeling met daarnaast direct een wijzi-
ging van die regeling, moest worden gevolgd, omdat de jaarwedderegelmg
wordt geacht in te gaan op 1 Januari 1954 en de le wijziging daarvan op
1 Januari 1955.
De heer Scheer kan accoord gaan met het standpunt dat een bepaalde
functie niet aan een rang moet worden gebonden. De wethouder spreekt
zich hierin echter zelf tegen, want de functie van directeur der sport-
bedrijven wordt toch weer wel met name genoemd. Laat men dan conse-
quent blijven en de directeur der sportbedrijven in een bepaalde klasse
indelen. Het is natuurlijk een zaak van burgemeester en wethouders om
af te wachten of er bezwaar tegen de B rang gemaakt zal worden. Ook
de raad kan voorlopig daarin een afwachtende houding aannemen.