134
28 April 1955.
georganiseerd overleg, n.l.„Het is eigenaardig dat men nooit eens
spreekt over het ontslaan van de vrouw die het hardste nodig is in haar
gezin, nee, dit wordt geanimeerd." Zij bedoelde daarmede te zeggen, dat
de werkvrouwen niet worden geweerd in die gezinnen waar men er zo
tegen is dat de gehuwde vrouw uit haar gezin wordt gehaald. Dit is het
egoïsme van de mens.
Spreker gelooft, dat het college, zonder schade te doen aan het georga-
niseerd overleg, gerust met een voorstel kan komen om deze alinea uit
het ambtenaren-reglement te lichten. Indien hierover in het georganiseerd
overleg gestemd zou worden, weet spreker dat 2 van de 3 daarin ver-
tegenwoordigde zuilen er voor zijn en de derde durft niet onverdeeld
tegen te stemmen, omdat daarin ook christelijk historischen zijn opge-
nomen, die er niet tegen zijn. Spreker wacht de volgende vergadering af.
Indien er van de zijde van het college hieromtrent geen voorstel komt, zal
spreker zo vrij zijn een initiatief voorstel in de vergadering te brengen.
De heer Zegwaart merkt op, dat de heer Reijnders mededelingen gedaan
heeft, die niet helemaal met de werkelijkheid in overeenstemming zijn.
Dat het betreffende artikel van het ambtenarenreglement voor het pro-
vinciale personeel is geschrapt is bekend, maar dat deze zaak ten opziehte
van het rjkspersoneel ook zo ligt, is niet waar. Daarover is nog geen
beslissing genomen. Bovendien, al zou dit waar zijn, dan verplicht dat de
raad nog niet om stante pede hier een beslissing over te nemen. De raad
kan hierover natuurlijk nu discussiëren, maar hij kan geen besluit nemen,
want het ambtenarenreglement en ook de ambtenarenwet schrijven voor,
dat deze zaak eerst in de commissie van het georganiseerd overleg moet
worden behandeld. Praten hierover is dus onnodig en onnuttig, waarom
spreker op de zaak zelf niet ingaat.
Spreker verheugt zich er over, dat hij, na jaren te hebben gepleit voor
een spoedige behandeling van het nieuwe ambtenaren-reglement, plotse-
ling van mevrouw van Nispen zo'n geweldige steun krijgt, zij het dan,
dat spreker en mevr. van Nispen dit doen met een verschillend oogmerk.
De heer Mr van Wijk, wethouder, stelt voorop, dat de hele kwestie
naar zijn mening practisch hoegenaamd van geen enkel belang is. Laat
men dat toch goed in het oog houden. Het is een aardig politiek onder-
werp, waarover men, al dan niet geanimeerd, zou kunnen discussiëren.
Spreker acht daar het ogenblik evenwel nog niet voor aangebroken. Als
spreker het goed heeft, staat het college op het standpunt, dat het in
het voomemen lag, bij de algemene herziening van het ambtenaren-
reglement ook deze zaak te bekijken. Om nu dit ene onderwerp er uit te
lichten en daarover een dispuut te ontketenen, acht spreker niet nodig,
maar als het moet heeft hij daar geen bezwaar tegen. Er is echter in deze
g^-neente geen enkel actueel geval waarbij dit vraagstuk aan de orde
komt, zodat hij de hoofdzaak van behandeling op dit moment, niet inziet.
De heer Zegwaart heeft al terecht opgemerkt, dat ook het georganiseerd
overleg hierin gekend zal moeten worden. Aan de andere kant kan men
niet ter wille van dit onderwerp, dat practisch niet van zo veel be-
tekenis is, het georganiseerd overleg bij elkaar roepen, want daar komen
heel wat kwesties bij aan de orde. Men moet de zaken in de waarde laten
die zij hebben en hierbij erg nuchter blijven. Deze zaak zal bekeken wor-
den. Het college weet nu ongeveer de mening van de raad in deze. In de
provinciale staten is dit zuiver als een politiek onderwerpje behandeld.
Persoonlijk is spreker daar met 6 mannen op de laatste barricade ge-
sneuveld. Spreker wil de zaak zo samenvatten: Het was de bedoeling van
het college om bij de herziening van het ambtenarenreglement ook deze
zaak te bekijken en dan een voorstel aan de raad te doen. Spreker gelooft
niet dat het college op dit moment de noodzaak inziet om alleen met dit
onderwerp te komen.