5
Artikel 19
1. Het is verboden op de door burgemeester en wethouders tn
een door hen af te kondigen besluit aan te wijzen wegen of gedeelten
van wegen, op de in dat besluit te bepalen dagen en uren, gedrukte
of gesehreven stukken of afbeeldingen om niet of te koop aan te
bieden, het kopen of de kennisneming daarvan aan te bevelen, of
de inhoud daarvan geheel of gedeeltelijk bekend te maken.
2. Het is verboden op of aan de weg, ter verspreiding, aanbe-
veling, aankondiging of bekendmaking van gedrukte of geschreven
stukken of afbeeldingen, op zodanige wijze te roepen, of rond te
gaan met zodanig reclame-middel, dat daardoor de openbare orde
verstoord wordt.
Afdeling 2
Standplaatsen en ligplaatsen
Artikei 20
Het is verboden op de terreinen voor inrichtingen voor openbaar
vermaak bestemd:
a. met een kermisinrichting als bedoeld in artikel 94, met enig
vcertuig of enige uitstalling van goederen een plaats in te nemen,
welke niet door of namens burgemeester en wethouders is aange-
wezen of een plaats te blijven innemen, nadat de ontruiming daar-
van is bevolen door of namens burgemeester en wethouders;
b. op andere wijze een zodanige kermisinrichting, voertuig of
uitstalling te plaatsen of goederen uit te stallen dan overeenkom-
stig de door of namens burgemeester en wethouders gegeven aan-
wijzingen.
Artikel 21
In de drie volgende artikelen worden onder „woonwagens" en
,,woonschepen" verstaan woonwagens en woonschepen in de zin
van artikel 1 der wet op woonwagens en woonschepen (Stbl. 492
van 1918), alsmede woonwagens, welke van hun raderen of onder-
stel zijn ontdaan, en woonschepen, welke op het droge liggen.
Artikel 22
1. Het is aan eigenaren of gebruikers van woonwagens of woon- Ontheffin
schepen verboden deze binnen de gemeente te doen verblijven op n'rteliiW'
andere plaatsen dan door burgemeester en wethouders daarvoor 1
aangewezen, welke aanwijzing op de gebruikelijke wijze ter open-
bare kennis is gebracht.
2. Dit verbod is niet van toepassing ten aanzien van woonwagens
en woonschepen, behorende bij kermisinrichtingen, tentoonstellin-
gen, circussen of in uitvoering zijnde werken, die verblijven op een
door burgemeester en wethouders aangewezen stand- of ligplaats
of nabij het terrein, waar de kermisinrichting, de tentoonstelling,
het circus of het werk zich bevindt.
3. Het is aan de onder 1 en 2 van dit artikel bedoelde eigenaren
of gebruikers van woonwagens verboden op enige standplaats voor
woonwagens, paarden, hitten of ezels te laten loslopen en/of deze
dieren daar ter plaatse anders vastgebonden te hebben dan met
een stevig touw of ketting van niet meer dan twee meter lengte.