8
dit na een daartoe strekkende aanschrijving van burgemeester en
wethouders voorzien is van een passende en doeltreffende muükorf.
Artikel 39
De eiaenaar, houder of verzorger van een hond is verplicht, nadat
burgemeester en wethouders aan hem schriftelijk hebben medege-
deefd dat zij die hond gevaarlijk achten, ter beoordelmg van burge-
meester en wethouders een of meer van de volgende maatregelen te
treffen:
a. de hond te voorzien van een muilkorf volgens het model, vast-
gesteld bij ministeriële beschikking ingevolge artikel 60 van de
veewet;
b. de hond vast te houden, wanneer hij zich op de weg bevmdt;
c. de hond van de weg verwijderd te houden.
Artikel 40
Een ieder is verplicht, wanneer door burgemeester en wethouders
bij openbare kennisgeving is gelast, dat geen honden op de weg
ong'emuilkorfd mogen lopen, zorg te dragen, dat de onder zyn
toezicht staande honden niet op de weg komen zonder
te zijn voorzien van een muilkorf, overeenkomende met het daarvan
op het bureau van politie berustend model.
Artikel 41
Een ieder is verplicht, wanneer hem door burgemeester en wet-
houders schriftelijk is gelast, dat een of meer der onder zijn toe-
zîcht staande honden of paarden tot nader bericht met ongemml-
korfd op de weg mogen verblijven of lopen, zorg te dragen voor de
naleving van dit gebod.
Artikel 42
Een ieder is verplicht onmiddellijk zijn weg te vervolgen of zich
in een bepaalde richting te verwijderen, wanneer hem daartoe b
een vechtpartij bij twist, bij enige tot toeloop van publiek op de
wee aanleiding' gevende gebeurtenis of ter plaatse waar een druk
verkeer besdtLgt,Tn het belng van de openbare orde door een amb-
tenaar van politie last wordt gegeven.
Artikel 43
Het is verboden tussen een half uur nâ zonsondergang en een
half uur vöôr zonsopgang op de weg te vervoeren o j
te hebben inbrekersgereedschappen, lopers, andere sleutels
d-e welke behoren bij sloten, die bij de drager der sleutels m ge-
brûik zijn, touwladders, of enig ander gereedschap, voorwerp of
middel dat kan dienen om zich onrechtmatig de toegang tot een
gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of
te verbreken, een inbraak te vergemakkelijken of het maken van
^^Dit^verbod geldt niet voor hem, die aannemelijk kan maken dat
hefvervoeren of bij zich hebben van het gereedschap, voorwerp of
middeTniet geschiedt met het in het voorgaande hd vermelde doel.
Artikel 44
Het is verboden vee langs de weg vast te zetten, tenzij op zo-
danige wijze, dat de weg geheel vrij blijft.