10
Artikel 51
1. Het is verboden op of aan de weg voorwerpen bij een gevel
op te hijsen of te laten zaken, tenzij iemand beneden staat, die de
weeefebruikers tiidig waarschuwt.
2. Een ieder, die langs de weg bouwt, sloopt, of enig werk ver-
richt of doet bouwen, slopen of verrichten, is verplicht aldaar zo-
danige maatregelen te treffen, dat naar menselijke berekenmg
schade of hinder voor de voorbijgangers uitgesloten moet worden
geacht.
Artikel 52
Ontheffing Het is verboden zich met voertuigen of paarden te bevinden in
B. en W. het wandelbos Groenendaal buiten de verharde wegen en de aange-
duide parkeerplaatsen.
Afdeling 5
Collecteren, venten, enz.
Artikel 53
Ontheffing 1. Het is verboden met goederen, van welke aard ook, uitge-
B en W. g zonderd gedrukte stukken, hetzij aan of in een huis, hetzij op of aan
de wes te venten.
2 Önder ,venten" wordt verstaan goederen ten verkoop m net
klein medevoeren en voor die goederen kopers zoeken, daarbij de
aandacht op het medegevoerde vestigend door roepen of op andere
wijze.
Artikel 54
onthPffing 1. Het is verboden hetzij aan of in een huis, hetzij op of aan de
B. en W. Weg een andere dan een in de Armenwet of in het koninklijk bes ui
van 22 September 1823 (Stbl. nr 41) bedoelde mzameling te houden,
of ter inzameling van gelden, intekenlijsten, voedsel- of steunbons,
bloempjes, speldjes, prikkaarten en dergelijke aan te bieden.
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor een mzamelmg,
uitgaande van een kerkgenootschap of van een vereniging, bij zijn
leden, c.q. contribuanten.
Artikel 55
Het is verboden op of aan de weg zich, voorzien van een bedel-
bord, op te houden.
Ontheffing
B.
Ontheffing
B.
Afdeling 6.
Muziek, vertoningen enz. op of aan de weg
Artikel 56
Het is verboden op of aan de weg:
a. een spreekkoor te organiseren;
b al dan niet door middel van een geluidsversterker tot het
publiek een toespraak te houden of een mededeling te doen een
spreekkoor ten gehore te brengen, te zingen of muziek te maken;
c. enige vertoning te geven of als zogenaamd standwerker op
te treden;
d. een misvormd of verminkt lichaamsdeel, een niet geheelde
wond, een litteken of een lichaamsgebrek te kijk te stellen.