15
2. Toezicht op rust- en verpleegtehuizen voor oude lieden
of invaliden
Artikel 76
In deze paragraaf worden verstaan onder:
oude lieden: zij, die de leeftijd van 65 jaren hebben bereikt;
invaliden: zij, die hetzij wegens gebrekkige ontwikkeling van hun
iichamelijke of geestelijke vermogens, hetzij door ziekte of ongeval
niet in staat zijn volledig voor zichzelf te zorgen;
verzorgers: zij, die zich tegen gehele of gedeelteijke vergoeding,
in welke vorm ook, belasten met de huisvesting en verzorging van
meer dan twee oude lieden of invaliden;
rust- en verpleegtehuizen: elke inrichting, waar tegen gehele of
gedeeltelijke vergoeding, in welke vorm ook, aan meer dan twee
oude lieden of invaliden huisvesting en verzorging wordt geboden.
Artikel 77
Het is verboden als verzorger van oude lieden en/of invaliden op
te treden, tenzij hiervan bij burgemeester en wethouders schriftelijk
aangifte is gedaan.
Burgemeester en wethouders reiken de aangever een ontvangst-
bewijs uit.
Artikel 78
Het is verboden, meer oude lieden en/of invaliden te verzorgen
dan burgemeester en wethouders, in verband met de omstandig-
heden in een woning of inrichting, welke op de verzorging dier oude
lieden en/of invaliden invloed kunnen uitoefenen, aangeven.
Artikel 79
Iedere verzorger is verplicht omtrent alles wat met de huisvesting
en de verzorging der bij hem wonende oude lieden of invaliden ver-
band houdt, alle aanwijzingen op te volgen, welke door of van-
wege burgemeester en wethouders mochten worden gegeven en alle
inlichtingen te verstrekken, welke door of vanwege hen moehten
gevraagd worden.
Artikel 80
Aan hem, wie door burgemeester en wethouders schriftelijk ken-
nis is gegeven, dat hij uit hoofde van gebrekkige behuizing, onvol-
doende brandbeveiliging, slechte gezondheidstoestand of emstige
tekortschieting in zijn plicht als verzorger ongeschikt geacht wordt
om als zodanig op te treden is het, totdat deze kennisgeving mocht
zijn ingetrokken, verboden als verzorger op te treden.
Artikel 81
De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing:
a. voor zover een verzorger ten opzichte van bij hem inwonende
oude lieden of invaliden onderhoudsplichtig is of deze in de eerste,
tweede of derde graad van bloed- of aanverwantschap bestaat;
b. ten aanzien van de verzorging van oude lieden of invaliden,
verpleegd in gestichten of inrichtingen, welke zijn een instelling
van weldadigheid of door een dergelijke instelling worden beheerd,
mits deze instelling voorkomt op de in deze gemeente van kracht
zijnde lijst, bedoeld bij art. 3 der Armenwet.