18
enige bepaling van die artikelen heeft verleend, is de houder van
de daarbij betrokken ruimte of plaats verplicht op eerste aanzeg-
ging van een ambtenaar van politie de zich aldaar bevindende
bezoekers te doen vertrekken, de ruimte of plaats te sluiten, en die
gesloten te houden zolang de burgemeester zulks noodzakelijk acht.
2. Het is verboden gedurende de tijd, dat de ruimte of plaats
ingevolge het eerste lid gesloten behoort te zijn, zich aldaar als
bezoeker te bevinden.
3. De bezoeker, die zich in strijd met het in het tweede lid be-
paalde in de ruimte of op de plaats bevindt, is verplicht op eerste
aanzegging van de houder of op vordering van een ambtenaar van
politie te vertrekken.
4. Voor de toepassing van dit artikel worden onder bezoekers
verstaan allen, die zich in de ruimte of op de plaats bevinden of
daar toegelaten worden, met uitzondering van
a. wanneer de ruimte of de plaats behoort bij een inrichting als
bedoeld in de artikelen 70, eerste lid, en 99, eerste lid, de personen
genoemd in artikel 106, lid 3 onder a tot en met d;
b. in alle andere gevallen de personen genoemd in artikel 106,
lid 3 onder a, b en d.
Artikel 93
Ontheffing i Het is de houder van een voor het publiek toegankelijke ruimte
of plaats, niet zijnde een lokaliteit of aanhorigheid als bedoeld in
artikel 56, eerste lid onder b, der drankwet (Stbl. 1931 nr 476), ver-
boden in die ruimte of op die plaats gelegenheid tot dansen te geven
of toe te laten, dat daarin of daarop gedanst wordt.
2. Het is verboden te dansen in of op een voor het publiek toe-
gankelijke ruimte of plaats, voor zover de burgemeester geen toe-
stemming ingevolge artikel 56, eerste lid onder b, der drankwet
(Stbl. 1931 nr 476) of geen ontheffing van het in het eerste lid van
dit artikel vervatte verbod heeft verleend.
5. Toezicht op kermissen
Artikel 94
De volgende artikelen van deze paragraaf zijn van toepassing
op elke draaimolen, schommel, circus, danstent, kraam, stalletje en
soortgelijke inrichting.
Artikel 95
Onthefftng Het is verboden een kermisinrichting voor het publiek open te
B- stellen.
Artikel 96
Het is de houder van een kermisinrichting, niet zijnde een winkel
in de zin van de winkelsluitingswet (Stbl. 1952 nr 38), verboden
gedurende de tijd, door de burgemeester in het belang van de open-
bare orde of zedelijkheid bepaald, zijn inrichting voor het publiek
geopend te hebben of daarin een of meer bezoekers toe te laten of
te hebben.
Artikel 97
1. Wanneer gehandeld wordt in strijd met een der artikelen 95
of 96, is de houder van de daarbij betrokken inrichting op eerste