21
volge artikel 104 of krachtens een op grond van artikel 105 door
de burgemeester genomen besluit niet voor het publiek geopend
mag zijn, zich daarin als bezoeker te bevinden.
2. De bezoeker, die zich in strijd met het in lid 1 bepaalde m
een inrichting bevindt, is verplicht op eerste aanzegging van de
houder of op vordering van een ambtenaar van politie te ver-
trekken
3. Voor de toepassing van dit artikel en van de artikelen 104 en
105 worden onder bezoekers verstaan allen, die zich in een inrich-
ting bevinden of daarin toegelaten worden, met uitzondering van:
a. de houder van de inrichting, het dienstdoend buitenshuis
wonende personeel en de tot het inwonend gezin behorende personen,
inwonend dienstpersoneel daaronder begrepen;
b. de buitenshuis wonende bloed- of aanverwanten van de hou-
der van de inrichting, in de rechte lijn onbepaald en in de zijlijn tot
en met de derde graad;
c. indien sprake is van een inrichting als bedoeid in artikel 70,
eerste lid, hen, wier namen in het register, bedoeld in artikel 438
van het wetboek van strafrecht, zijn aangetekend, tenzij mocht
blijken, dat dit in strijd met de waarheid geschiedde;
d. hen, wier tegenwoordigheid wegens dringende omstandig-
heden vereist wordt.
Artikel 107
Iedere houder van een inrichting is verplicht:
a. drenkelingen, gewonden of personen, die door een ongeval
zijn getroffen en degenen die hen bijstaan, te allen tijde in zijn
inrichting op te nemen en de redelijkerwijs van hem te verwachten
hulp te verlenen;
b. de politie te waarschuwen, indien personen weigeren of na-
latig zijn, de inrichting op het uur van sluiting te verlaten.
Artikel 108
Vervallen, raadsbesluit 29 September 1955, no. 121.
Artikel 109
Iedere houder van een vergunning of verlof ingevolge de drankwet
(Stbl 1931 nr 476), die zich in de uitoefening van zijn bedrijf door
een ander laat vervangen, is verpiicht hiervan binnen 14 dagen
schriftelijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders, onder
opgave van de naam van zijn vervanger.
Artikel 110
Van gemeentewege wordt tegen de kostende prijs beschikbaar
gesteid:
a. voor iedere houder van een inrichting
1. minstens één gedrukt uittreksel dezer verordening, behelzen-
de de bepalingen van hoofdstuk III, afd. 10 6;