34
middel verbonden is aan de halsband van de hond, en het andere
aan een metalen ring met een diameter van ten minste 8 cm, welke
ring zich vrij moet kunnen bewegen langs een looplijn, die niet
hoger is dan 1 m boven de begane grond tussen twee ruimten ten-
minste 10 m uit elkaar gelegen steunpunten horizontaal îs gespan-
nen en tenminste 10 mm dik is. Indien de gesteldheid van het erf
d'aartoe aanleiding geeft, kunnen burgemeester en wethouders
ontheffing verlenen van het omtrent de lengte van de looplijn voor-
geschrevene.
Artikel 166
Ontheffing jjet is verboden zich op de weg te bevinden met een paard, dat
B. en W. voorzien is van oogkleppen.
Het is verboden zich op een weg, die glad is tengeyolge van vorst
of sneeuw, te bevinden met een eenhoevig dier, dat niet op scherp
Artikel 167
is verboden zich op f
:euw, te bevinden met
gezet.
Artikel 168
Het is verboden op de weg een kalf of een varken te vervoeren:
a. in een voertuig zonder veren, waarvan de bodem niet met een
voldoende laag stro is bedekt;
b. op zodanige wijze, dat de kop buiten het voertuig hangt.
Artikel 169
Het is verboden op de weg levend gevogelte of levende komjnen
te vervoeren anders dan in een aan de bodem geheel gesloten kist
of mand, welke het toetreden van voldoende lucht mogelijk maakt
en zoveel ruimte biedt, dat de dieren behoorlijk naast elkaar kunnen
staan of liggen.
Artikel 170
Het is verboden eenhoevige of herkauwende dieren of varkens
in voer- of vaartuigen te laden, of daaruit te lossen, tenzij met
gebruikmaking van een brug van voldoende breedte en lengte,
tenzij die dieren worden gedragen.
Artikel 171
De eigenaar of de gebruiker van een gebouw, erf of terrein is
verplicht zorg te dragen, dat een antenne-draad, voorzover gespan-
nen boven dat gebouw of op een grotere hoogte dan 3 m boven dat
erf of terrein, over de volle lengte, op onderlinge afstanden van
niet meer dan 1 m, voorzien is van kurken of andere duidelijk zicht-
bare voorwerpen, waarvan de inhoud niet meer bedraagt dan
en de grootste afmeting niet meer dan 3 cm.
Artikel 172
1 In andere gevallen dan die waarin de wettelijke voorschriften
omtrent bescherming van in het wild levende vogels of de jachtwet
van toepassing zijn, is het verboden op eens anders grond of
in het daarop staande houtgewas, op de weg of op yoor de open-
bare dienst bestemde grond vogels te vangen of vogelnesten uit
halen of te beschadigen, dan wel een klepkooi, lokvogel, lijmgard,
net, klem, val of dergelijk toestel tot het vangen van vogels
3