43
brandbare cinematografische films en op fotografische films, ver-
vaardigd van acetaat, beide soorten films zoals bedoeld in het
normaalblad N 1185, gelijk dit werd vastgesteld door de Hoofdcom-
missie voor de normalisatie in Nederland, indien deze films dienen
voor huiselijk gebruik.
Afdeling 2
Xoezicht op electrische geleidingen
Artikel 212
Het is verboden een electrische sterkstroominstallatie te hebben,
welke niet voldoet aan de veiligheidsvoorschriften als bedoeld in
het normaalblad N 1010, gelijk dit werd vastgesteld door de Hoofd-
commissie voor de normalisatie in Nederland.
Artikel 213
Het is verboden op of aan de weg wederrechtelijk een electrische
geleiding aan te raken, dan wel op of over een dergelijke geleiding
voorwerpen of stoffen te werpen.
Afdeling 3
Voorkomen en beperken van brand
en beperken van brandgevaar
Artikel 214
In andere gevallen dan die bedoeld in artikel 429 van het wetboek Ontheffing
van strafrecht is het verboden een vuurwerk af te steken, een B- en W.
brandende fakkel bij zich te hebben, in de open lucht vuren aan
te leggen of hout, stro, riet, huisvuil, een teerton, of afval van land-
of tuinbouwproducten of dergelijke stoffen te verbranden, indien
daardoor hinder, last of gevaar kan worden veroorzaakt.
Artikel 215
Het is verboden enige hoeveelheid knalkurken of vuurwerk in
voorraad te hebben zonder hiervan schriftelijk te hebben kennis
gegeven aan de burgemeester.
Artikel 216
In andere gevallen dan die waarin het koninklijk besluit van 30
December 1924, Stbl. nr. 620, van toepassing is, is het verboden ten
behoeve van werkzaamheden op een toren, dak, goot of zaling van
een gebouw, daaronder begrepen een getimmerte, gesmolten asfalt
of enige andere hete, vloeibaar gemaakte dakbedekkingsstof anders
dan in een gesloten metalen bus en buiten het gebouw naar boven
te brengen.
Artikel 217
1. Het is verboden in enige ruimte binnen een gebouw een vuur
te stoken anders dan in een stookinrichting, welke is verbonden met
een kanaal, dat dient tot afvoer van verbrandingsgassen en als zo-
danig voldoet aan de voorschriften van de bouw- en woningverorde-
ning en welke zo is opgesteld, dat geen vloer, wand of zoldering
sterk wordt verhit.
