47 zoldering of een brandbaar plafond gas of petroleum te branden zonder warmtekerend scherm. Artikel 235 Burgemeester en wethouders houden een lijst aan en brengen deze op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis, waarop worden ver- meld: a. de gebouwen en getimmerten, als bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 30 December 1924, Stbl. nr 620; b. de overige gebouwen en getimmerten, welke naar hun oordeel om hun kunstwaarde, geschiedkundig belang of in verband met het gebruik of de bestemming van die gebouwen of getimmerten even- eens bijzondere bescherming tegen brandgevaar behoeven; c. de binnen een afstand van vijf en twintig meter van de onder a en b bedoelde gebouwen en getimmerten liggende gebouwen en ongebouwde eigendommen, voor zover deze naar hun oordeel gevaar voor overslaan van brand naar de bedoelde gebouwen en getimmer- ten kunnen veroorzaken. Artikel 236 In andere gevallen dan die, waarin de hinderwet of het koninklijk Ontheffing besluit van 30 December 1924, Stbl. nr 620 van toepassing is, is B" en W- het verboden op of aan een gebouw of een getimmerte dan wel op een ongebouwd eigendom, welke zijn vermeld op de in het vorige artikel bedoelde lijst: a. een toestel, werktuig of iets dergelijks, waardoor op enigerlei wijze brandgevaar kan ontstaan, te hebben of te gebruiken; b. een handeling te verrichten, waardoor op enigerlei wijze brandgevaar kan ontstaan; c. licht brandbare dan wel aan zelfontbranding onderhevige goederen, voorwerpen of stoffen te hebben, te gebruiken of te ver- werken. Artikel 237 1. De houder van een gebouw of getimmerte als bedoeld in artikel 235, onder b, is verplicht zorg te dragen, dat daarin steeds gemakkelijk bereikbaar brandblusmateriaal aanwezig is, hetwelk naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende en deugdelijk is. 2. De houder van een gebouw of getimmerte, als bedoeld in artikel 235, onder b, is bij voortduring verplicht te zorgen voor een naar het oordeel van burgemeester en wethouders in deugdelijke staat onderhouden bliksembeveiliging daarop. Artikel 238 De houder van een gebouw, waar ingevolge een wettelijke be- paling een of meer brandblusmiddelen of andere velligheidsinrich- tingen zijn aangebracht, is verplicht de brandweer in de gelegenheid te stellen deze aan een inspectie te onderwerpen op zodanige tijd- stippen en op zo'n wijze als door burgemeester en wethouders wordt bepaald.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 61