52
toneel- of cabaretvoorstelling-en, alsmede tentoonstellingen of fancy-
fairs van enige omvang;
m. de aansluiting aan het brandmeldingsstelsel van de brand-
weer en aan het plaatselijke telefoonnet;
2. voor het toneel, onderscheidenlijk het podium en bijbehorende
ruimten, meer in het bijzonder ten aanzien van:
a. het brandscherm, indien boven het toneel een lattenzolder
voor hangdécor aanwezig is;
b. de watersproei-inrichting en andere bijzondere blusinrichtin-
gen, indien de oppervlakte van de toneelvloer meer dan 100 m'J
bedraagt;
c. de rookafvoerinrichting;
d. de décors en requisieten;
e. de inrichting der kleedkamers;
3. voor de ruimten, welke voor de bezoekers toegankelijk zijn,
meer in het bijzonder ten aanzien van
a. het zitplaatsenplan;
b. het bevestigen der zitplaatsen, zodanig dat verschuiving
ook bij sterk gedrang niet mogelijk is, uitgezonderd indien op
grond van het zitplaatsenplan in de desbetreffende ruimte:
1. ten hoogste 40 personen gelijktijdig kunnen plaatsnemen,
mits tenminste één uitgang met een vrije doorgangsbreedte van ten-
minste 80 cm beschikbaar is;
2. ten hoogste 70 personen gelijktijdig kunnen plaatsnemen, mits
tenminste 2 op ruime afstand van elkaar gelegen uitgangen, elk met
een vrije doorgangsbreedte van tenminste 80 cm beschikbaar zijn;
3. ten hoogste 100 personen gelijktijdig kunnen plaats nemen,
mits tenminste drie op ruime afstand van elkaar gelegen uitgan-
gen, elk met een vrije doorgangsbreedte van tenminste 80 cm be-
schikbaar zijn;
4. ten hoogste 100 personen gelijktijdig kunnen plaats nemen,
mits tenminste twee op ruime afstand van elkaar gelegen uitgangen
elk met een vrije doorgangsbreedte van tenminste 80 cm besehik-
baar zijn en de zitplaatsen onderling tot rijen zijn bevestigd;
c. het vrijhouden der gangpaden tussen en rondom de zit-
plaatsen;
4. voor de projectie-afdeling meer in het bijzonder ten aanzien
van:
a. de constructie en de inrichting van de cabine, het voorportaal
en de werkplaats;
b. de inriehtingen voor de afsluiting der projectie- en andere
openingen in de wanden van de onder a genoemde ruimten;
c. de ventilatie van de onder a genoemde ruimten:
d. de projectie-apparaten;
e. de filmberging;
f. de terugwindtoestellen.