53
Artikel 253
Bij een verzoek om ontheffing van het verbod, vervat in artikel
250, dient in tweevoud een tekening op sehaal 1 100 worden
overgelegd, waarop staan aangegeven de plattegronden van de
begane grond en de verdiepingen van de inrichting, ten behoeve
waarvan de ontheffing wordt gevraagd.
Artikel 254
In andere gevallen dan die waarin artikel 250 van toepassing is,
is de eigenaar of houder van:
1. een gebouw, dat voor het publiek toegankelijk pleegt te zijn,
2. een gebouw, waar verscheidene personen anders dan in ge-
zinsverband plegen te verblijven,
3. een gebouw, waarin meer dan drie gezinnen anders dan in
een voor elk gezin geheel afgescheiden woning zijn gehuisvest,
indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat in geval
van brand of paniek gevaar voor mensenlevens is te duchten, ver-
plicht in dat gebouw binnen de door burgemeester en wethouders
bepaalde tijd de door hen noodzakelijk geachte en schriftelijk te
zijner kennis gebrachte voorzieningen te treffen
a. ter voorkoming van brand;
b. ter verzekering van een veilige ontvluchting in geval van
brand of paniek, waaronder mede begrepen het aanbrengen van
een voldoende installatie voor noodveriichting
c. tot het doeltreffend beperken en blussen van een begin van
brand;
d. tot het snel kunnen melden van brand aan de plaatselijke
brandweer.
Artikel 255
Het is de eigenaar of de houder van een gebouw als omschreven
in artikel 254 verboden dat gebouw voor een of meer daar genoemde
doeleinden open te stellen of opengesteld te houden, indien burge-
meester en wethouders hem schriftelijk hebben medegedeeld, dat
het gebouw ernstig gevaar voor mensenlevens oplevert wegens het
ontbreken van de mogelijkheid tot veilige ontvluchting in geval van
brand of paniek; indien verboden wordt een gebouw opengesteld
te houden, vermeldt de aanschrijving een termijn, waarbinnen de
openstelling behoort te zijn geëindigd.
Artikel 256
Het is verboden in een gebouw als bedoeld in artikel 254, alsmede
in een schooi, voor verwarming, verlichting, versiering of enig ander
doel zodanige voorwerpen of stoffen in zodanige hoeveelheid of op
zodanige wijze te hebben, dat daardoor naar het oordeel van de
brandweer of de politie in het gebouw of de school emstig gevaar
voor brand of voor de veiligheid van personen ontstaat.
Artikel 257
In andere gevallen dan die, waarin artikel 251 van toepassing
is, is de eigenaar of de houder vsin: