58 verstaan elk lokaal en elke al dan niet overdekte open ruimte, welke wordt gebezigd om aldaar aangevoerde roerende goederen te ver- handelen. HOOFDSTUK X VOLKSONTWIKKELING EN OPVOEDING A f d e 1 i n g 1 Zorg voor het uiterlijk van de gemeente Artikel 275 1. Het is verboden in het gedeelte van de gemeente, waarvoor de Reclameverordening Noordholland 1950 niet geldt, op of aan een onroerend goed reclame, welke van de weg af zichtbaar is, aan te brengen dan wel als eigenaar of gebruiker van dat onroerend goed die reclame in stand te houden of de aanwezigheid daarvan te gedogen. 0. Onder reclame wordt in het vorige lid mede verstaan propa- ganda, voor welk doel ook gevoerd, met uitzondering van propa- ganda in verband met een op handen zijnde verkiezing voor een Nederlands openbaar lichaam, met dien verstande dat deze uit- zondering toepasselijk blijft gedurende 8 dagen na het houden van de verkiezing. 3. Het in lid 1 vervatte verbod is niet van toepassing: a. op reclame voor zaken, welke worden vervaardigd of ver- handeld dan wel voor bedrijven, welke worden uitgeoefend op of in het onroerend goed, voorzover burgemeester en wethouders niet in een aanschrijving aan de eigenaar of de gebruiker van het on- roerend goed hebben verklaard, dat de reclame naar hun mening de welstand op ontoelaatbare wijze schaadt; deze aanschrijving wordt niet verzonden alvorens vier weken zijn verlopen nadat bur- gemeester en wethouders de eigenaar of de gebruiker schriftelijk mededeling hebben gedaan van hun bezwaren; b. op reclame, aangebracht op een bord met een oppervlakte van ten hoogste 1 m2, tot het te koop of te huur aanbieden van een of meer gebouwen of terreinen; c. op reclame, aanwezig op het tijdstip na het vaststellen dezer verordening, gedurende een jaar na de inwerkingtreding dezer ver- ordening, mits binnen drie maanden na de inwerkingtreding door de eigenaar of gebruiker van het onroerend goed ontheffing van het in lid 1 vervatte verbod is aangevraagd. 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het in iid 1 vervatte verbod alleen ontheffing verlenen, indien de reclame, waarvoor de ontheffing wordt verzocht, naar hun oordeel de welstand niet op ontoelaatbare wijze schaadt. Artikel 276 Het is verboden afval of resten van eetwaren, bussen, papier of andere voorwerpen of stoffen neer te leggen, te werpen of zicht- baar achter te laten op of aan de weg, in een bos of een ander terrein, welke, zij het ook met enige beperking, voor een ieder toegankelijk zijn, ongeacht wie daarvan eigenaar is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 72